Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 14-08-2018

Quedlinburg

betekenis & definitie

Quedlinburg, eene stad in het Pruissisch district Magdeburg, aan de Bode en aan den spoorweg van Magdeburg naar Thale, is gedeeltelijk door muren met torens omringd en bestaat uit de Oud- en de Nieuwstad met 4 voorsteden.

Op eene rots in de voorstad Westendorf verheft zich het slot, te voren de zetel der vorstelijke abdissen, eene fraaije stiftskerk met de praalgraven van den Duitschen koning Hendrik I en zijne gemalin Mathilde, alsmede van de gravin Aurora von Königsmark, benevens een arsenaal bevattend. Andere belangrijke gebouwen zijn er: het oude stadhuis met merkwaardige schilderijen, de marktkerk met fraai snijwerk, en de R. Katholieke kerk. Deze stad is de zetel van een paar regtbanken, en bezit een gymnasium, eene hoogere burgerschool voor meisjes, een gesticht voor verwaarloosde kinderen, onderscheidene hospitalen, vele fabrieken en vooral groote moestuinen en bloemkweekerijen. Ook is er een aanzienlijke graanhandel, en het aantal inwoners bedraagt ruim 17.000.

De omstreken zijn er zeer bevallig. Deze stad werd in 924 door koning Hendrik I gesticht en tegen de Magyaren versterkt, en viel later als weduwgoed ten deel aan zijne gemalin Mathilde. Ook Otto I hield er dikwijls zijn verblijf. Zij kwam in 1237 onder de heerschappij der graven van Blankenburg, doch begaf zich in 1326 onder de hoede van den Bisschop van Halberstadt. Later trad zij toe tot de Hansa en bereikte een hoogen trap van bloei.

Het stift der geestelijke zusters van dien naam omvatte behalve de stad ook het vlek Ditfurt en een aanzienlijk grondgebied. Als rijksvorstin had de abdis zitting en stem op den Rijksdag. Dit stift is zijn bestaan verschuldigd aan Mathilde, de tweede gemalin van Hendrik I. Zij deed de nonnen van Wendhausen met haar abdis derwaarts trekken en plaatste ze onmiddellijk onder den Pauselijken Stoel, terwijl aan den Keizer de beschermheerschappij verbleef. De tweede abdis was Mathilde (966-999), eene dochter van Otto III, die aan het stift belangrijke regten toekende. De voornaamste Vorsten werden beschermheeren van dit klooster. De laatste abdis was sedert 1787 Sophie Albertine (♰ in 1828), eene zuster van Karel XIII, koning van Zweden.