Wolfgang, vorst van Anhalt, een ijverig voorstander der Hervorming en geboren den 1sten Augustus 1492 te Köthen, was een zoon van vorst Waldemar, begaf zich reeds in 1500 naar de universiteit te Leipzig, belastte zich in 1508 met het bestuur van zijn land en had zijn zetel te Köthen. Op den Rijksdag te Augsburg (1521) leerde hij Luther kennen, schaarde zich onder diens aanhangers, voegde zich bij het in 1526 te Torgau gesloten verbond der Evangelische Standen, onderteekende in 1529 het protest van deze, hetwelk te Spiers werd ingeleverd, alsmede de Augsburgsche Geloofsbelijdenis en behoorde tot de ijverigste leden van het Schmalkaldisch Verbond. In 1544 stond hij bij minnelijke schikking zijn aandeel aan Zerbst af aan zijne neven en verkreeg daarentegen geheel Bernburg. Ook hij stond den 18den Februarij 1545 te Mansfeld aan de stervenssponde van Luther, nam in 1547 deel aan den slag bij Mühlberg en werd dientengevolge door den Keizer in den Rijksban gedaan.
Daarop toefde Wolffgang in den Harz, werd door keurvorst Moritz tot gouverneur van Magdeburg benoemd en in 1552 door het Verdrag van Passau van den ban ontheven, waarop hij de regéring van zijn land wederom aanvaardde. In 1562 schonk hij al zijne bezittingen aan zijne neven en behield alleen Koswig. In 1564 echter vertrok hij vandaar naar Zerbst, waar hij den 23sten Maart 1566 ongehuwd overleed.
