Aristóxenus is een oud-Grieksche wijsgeer uit Tarente. Hij werd geboren omstreeks het jaar 350 vóór Chr. en behoorde tot de Peripatetische school. Hij was eerst een leerling van Xenóphïlus, een aanhanger van Pythagoras, en later van Aristóteles. Het bleek, dat laatstgenoemde bij zijn overlijden Theophrastus tot zijn opvolger had benoemd. Men zegt, dat dit Aristóxenus geweldig krenkte, zoodat deze, door wraakzucht gedreven, zich niet ontzag, om allerlei boosaardige geruchten omtrent zijn leermeester te verspreiden.
Intusschen verwierf hij grooten roem door zijne grondstellingen over de muziek. Hij week af van den weg der Pythagoristen. Hielden deze zich aan eene theorie, die enkel op getalsverhoudingen rustte, Aristóxenus bragt tevens het gevoel in rekening. Zijne meening vond vele aanhangers, die zich Aristóxenianen noemden, maar ook die van Pythagoras behield talrijke voorstanders.
Het eenige geschrift, dat wij van Aristóxenus bezitten, handelt over de “Beginselen der harmonie” en is — in 3 boeken — uitgegeven door J. Meursius te Leiden (1616), en door Meiboom in zijne “Antiquae Musicae scriptores” (Amsterdam, 1652). Fragmenten van zijn werk over het “Rythmus” werden door J. Morelli openbaar gemaakt (Venetië, 1785).