Aristaeus is de naani van een oud-Griekschen god, van welken men weinig anders weet, dan dat zijne dienst algemeen bij de Grieken was verspreid. Gewoonlijk noemt men hem een zoon van Apollo en van Cyrene, de kleindochter van den riviergod Peneus in Thessalië. Hij werd geboren op de kust van Libye, welke naar zijne moeder den naam van Cyrenaïca ontving. Volgens eene andere sage werd hij door Hermes (Mercurius) en de Horen (uren), en volgens eene tweede sage door de nymf Melisse (honigbij) met nectar en ambrozijn gevoed. Daarna was Chiron zijn leermeester, en hij begaf zich later naar Thebe, waar hij door de Muzen in de genees- en waarzeggerskunst onderwezen, en door den echt met eene dochter van Cadmus verbonden werd.
Na het rampspoedig uiteinde van zijn zoon Actaeon begaf hij zich naar het eiland Ceos, waar hij de droogte verbande door altaren op te rigten ter eere van den regen gevenden Zeus (Ikmaios, Jupiter Pluvius). Daarna bezocht hij de eilanden der Aegésche zee, Sicilië, Sardinië en Groot-Griekenland (Italië) en overal liet hij de sporen zijner weldadigheid achter. Ten laatste bereikte hij Thracië, waar hij in de verborgenheden der Dionysus- of Bacchus-dienst werd ingewijd. Men vereert liem vooral als den voorstander van de bijenteelt, weshalve hij den bijnaam van Melissos draagt, — van het aanleggen van olijfgaarden, van het jagers- en van het herdersbedrijf. Op het gebied der kunst werd hij vervolgens met Zeus, Apollo en Dionysus verwisseld.
