Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 11-01-2018

Archonten

betekenis & definitie

Archonten is een woord van Griekschen oorsprong. Het beteekent eigenlijk heerscher, bevelhebber en was de titel van aanzienlijke burgerlijke en militaire staatsdienaars in de oude Grieksche gemeenebesten.

Bepaaldelijk droegen te Athene de mannen, die na den dood van Codrus (1068 vóór Chr.) het gezag in handen hadden, dien naam. Hunne betrekking was echter op verschillende tijden zeer verschillend. Van 1068 tot 752 vóór Chr. werden zij voor levenslang met die waardigheid bekleed, — daarna (752 tot 683) werden zij voor een tijd van 10 jaar gekozen. Gedurende dit laatste tijdperk werd de erfelijkheid der waardigheid van archon in het huis der Medontiden opgeheven en die betrekking toegankelijk gesteld voor de leden van alle aanzienlijke geslachten (eupatriden). Eindelijk werden in 683 de bezigheden van het ambt van archon over 9 personen verdeeld, die elkander jaarlijks vervingen. De 3 voornaamsten werden uit de 3 Nelidische stammen gekozen, de 6 overigen uit den landelijken adel. Eerstgenoemden bekleedden de 3 voornaamste staatsambten als opperregter, opperpriester en opperveldheer, en laatstgenoemden zorgden onder den naam van thesmotheten voor de regtsbedeeling en wetgeving.

Zoo was het in den tijd vóór Solon. Door de wetgeving van dezen (594) verloren de archonten tegelijk met de aristocratie een gedeelte van hun voormalig gezag, en hun toestand veranderde nog meer, toen Aristides (476) het verkrijgen der waardigheid van archon mogelijk maakte voor alle burgers zonder onderscheid van geboorte of rijkdom. Na Solon behielden de archonten hoofdzakelijk hunne regterlijke en priesterlijke betrekking. Door den eersten archon — somtijds eenvoudig archon of ook wel archon eponymos genaamd — werden regtszaken behandeld, die op erfenissen en dergelijke familiezaken betrekking hadden, en tevens regelde hij de feesten van Dionysus (Bacchus) en dergelijke plegtigheden. De tweede archon — archon basileus — bemoeide zich met de aangelegenheden van de eeredienst, terwijl de derde — archon polemarchos —, die vroeger veldheer was, later regt sprak over vreemdelingen. Door de 6 thesmotheten werden de belangrijkste criminéle processen in staat van wijzen gebragt. Elk der eerste 3 archonten mogt zich 2 ambtgenooten kiezen, en ook de thesmotheten konden hunne vergadering talrijker maken. Het schijnt, dat er zelden zaken voorkwamen, waarbij de zamenwerking der 9 archonten werd vereischt.

Tegelijk met de onafhankelijkheid des volks ging ook de invloed der archonten verloren; hun naam bleef echter nog lang bestaan, en Athene schonk dien aan de Romeinsche keizers, aan wie zij onderworpen was, met name aan Domitianus, Hadrianus en Galliénus (264 na Chr.). Ten tijde der democratie (na 476 vóór Chr.) werden de archonten door het lot aangewezen, maar zij en de door hen gekozen ambtgenooten moesten een gestreng examen doorstaan voor den Raad der Vijfhonderd. Daarenboven werd van hem, die de waardigheid van archon wilde bekleeden, het bewijs gevraagd, dat hij tot in het derde geslacht afkomstig was van Atheensche burgers, terwijl voor de overige ambtenaren het burgerregt voldoende was. De naam der archonten is van tijdrekenkundig gewigt, omdat het Atheensche jaar, even als het Romeinsche naar de consuls, naar de regérende archonten werd genoemd.

< >