Porta. Onder dezen naam vermelden wij:
Baccio della Porta of Fra Bartolommeo, eigenlijk Pagholo del Fattorino, een beroemd schilder der Florentijnsche school. Hij werd geboren in 1475 waarschijnlijk te Suffignano bij Florence en oefende zich in laatstgenoemde stad in de schilderkunst onder de leiding van Cosimo Rosselli. Hij behoorde tot de vurige volgelingen van Savonarola en begaf zich uit smart over diens teregtstelling in een Dominicaner klooster. Gedurende 5 of 6 jaren liet hij het penseel rusten. Toen vatte hij het weder op en werkte gemeenschappelijk met Albertinelli van 1509 tot 1512, bezocht in 1508 Venetië, in 1514 Rome en overleed den 3den Augustus 1517.
Zijne stukken onderscheiden zich door eene grootsche compositie, een krachtig coloriet en een ongemeenen ernst. Hij heeft een grooten invloed gehad op Rafaël en Andrea del Sarto. Prachtig is vooral zijne fresco-schilderstuk, „Het laatste Oordeel” voorstellend, op het kerkhof van S. Maria Nuova te Florence. In 1511 schilderde hij het fraaije stuk: „De verloving der H. Catharina”, thans in het Louvre, en in 1812 eene dergelijke „Verloving”, geplaatst in het paleis Pitti te Florence. Voorts vermelden wij als beroemde stukken van dien meester de „Madonna” in de kerk van S. Romano te Lucca, — de „Aankondiging” in het Louvre, — de „Opstanding van Christus” in het paleis Pitti, — eene „Heilige Familie” te Rome, — en de „Hemelvaart van Maria” in het muséum te Napels.
Gughielmo della Porta, een verdienstelijk beeldhouwer. Hij werd geboren te Porlez bij Milaan, ontving onderrigt van Leonardo da Vinci en vervolgens van Perino del Vaga te Genua, waar hij onderscheidene kunstgewrochten vervaardigde, en begaf zich vervolgens naar Rome, waar Mischele Angelo grooten invloed had op zijne vorming. Hier beitelde hij onderscheidene standbeelden en bas-reliéfs in marmer. Zijn meesterstuk is het praalgraf van paus Paulus III in de St. Pieterskerk te Rome. Hij overleed aldaar in 1579.
Giacomo della Porta, een uitstekend architect en een broeder van den voorgaande. Hij werd geboren bij Milaan in 1539, wijde zich eerst onder Gobbo aan de beeldhouwkunst en vervolgens onder Vignola aan de bouwkunst, bouwde de kerk al Gesù, de Gregoriaansche kapél, de kerken Madonna del Monte en Santa Catarina, de kapél Scala del Ciélo en voltooide den koepel der St. Pieterskerk naar het ontwerp van Michele Angelo. In 1573 benoemde Gregorius XIII hem tot bouwmeester van de St. Pieterskerk, — voorts voleindigde hij den opbouw van het Capitool en deed te Rome onderscheidene paleizen verrijzen. Hij overleed in 1604.