Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 11-01-2018

Antinoüs

betekenis & definitie

Antinoüs een schoon jongeling uit Claudiopolis in Bithynië, was de gunsteling en reisgenoot van keizer Hadrianus en vond niet ver van Besa in de golven van de Nijl oen raadselachtigen dood, die waarschijnlijk door zwaarmoedigheid veroorzaakt werd. Hadrianus stichtte ter zijner eere Antinoöpolis op de bouwvallen van Besa, deed in Bithynië en te Mantinéa in Arcadië tempels en standbeelden ter zijner nagedachtenis verrijzen en verordende tevens feestelijke spelen, die jaarlijks gehouden en naar zijn naam (Antinoia) genoemd werden.

Ook ontving een sterrebeeld aan den hemel den naam van Antinoüs. Weldra was Antinoüs een geliefkoosd voorwerp voor de kunst, en over de geheele Oude wereld verspreidde zich eene menigte standbeelden, reliëfs en munten, die Antinoüs als het ideaal van een schoonen jongeling voorstellen. Levezow, die er een boek over geschreven heeft (Berlijn 1808), verdeelt de kunstvoortbrengselen, ter gedachtenis van Antinoüs vervaardigd, in 3 klassen: bloote afbeeldingen, algemeene persoonsaanduidingen van een vergoden held, en voorstellingen in het karakter van eene jeugdige godheid (Apollo, Dionysus, Helios, Agathodaemon enz.). Onderscheidene van deze gewrochten behooren tot de fraaiste werken der Oude kunst. Het beeld van Antinous van Belvedère, in de baden van Hadrianus gevonden en thans in het Vaticaan geplaatst, is wereldberoemd, en desgelijks dat, hetwelk zich op het Capitool bevindt en op de Villa van Hadrianus te Tivoli werd opgedolven, — namelijk wanneer deze standbeelden inderdaad van Antinoüs en niet van Hermes zijn. Het algemeen karakter der standbeelden van Antinoüs is volgens Winckelmann eene zekere zwaarmoedige uitdrukking van het gelaat, groote oogen, een flaauw afhellend profil en een fraaije vorm van mond on kin. Do voreering van Antínoüs was in de 3de eeuw onzer jaartelling nog algemeen verspreid, zoodat de Christelijke leeraars er vruchteloos tegen ijverden.

Het sterrebeeld Antinoüs bevindt zich in den Melkweg, niet ver van den Adelaar, tusschen 282° en 305° regte klimming en 60° noorder- en 12° zuiderdeclinatie. Het bestaat uit 4 sterren van de 3de en onderscheiden van de 4de grootte, onder welke ééne veranderlijke, welke met 3 der sterren van de 3de grootte eene kenbare regte lijn vormt. De vierde ster van de derde grootte staat aan den voet. De veranderlijke ster vertoont zich bij haar grootsten glans als eene ster van de derde tot de vierde grootte, en bij haar geringsten glans als eene van de vierde tot de vijfde grootte.

< >