(De) Antietam is eene smalle, maar diepe Noord-Amerikaansche rivier, die in Pennsylvanië aan de Oostzijde van het Appalachisch gebergte ontspringt en zich na een kronkeltogt van 10 geogr. mijlen bij Sharpsbury (in Maryland) in de Potomac uitstort. Aan den oever der Antietam had den 16den en 17den September 1862 een bloedige veldslag plaats tusschen het leger der Noordelijke Staten onder Mae Clellan en het leger der Geconfedereerden.
Elk dier legers telde 80 tot 90000 man. De Geconfedereerden waren den 4den September over de Potomac getrokken en hadden een paar dagen later Fredericstown zonder tegenstand bezet. Van hier lieten zij eenige colonnes uitrukken naar de grenzen van Pennsylvanië en naar Baltimore, waardoor generaal Miles, die met 8000 man bij Harpers-Ferry stond, van zijn hoofdleger werd afgesneden. Jackson greep hem aan op den 12den September en dwong hem, zich naar den zuidelijken oever van de Potomac te begeven, waar hij drie dagen later capituléren moest. Alleen de ruiterij, 1600 paarden sterk, sloeg zich door den vijand heen. Intusschen had Mac Clellan zijne eenigzins gedémoraliseerde troepen in orde gebragt. Hij besloot, aanvailenderwijze te werk te gaan en rukte met 5 legercorpsen voorwaarts naar Fredericstown. De Geconfedereerden ontruimden de stad en trokken langzaam terug, waarbij de achterhoede het tot op den 14den September zwaar te verantwoorden had.
Lee zette zijn aftogt voort naar de zijde van Sharpsbury en nam tusschen deze plaats en Middleton eene stelling, waarbij zijn regtervleugel op de Potomac leunde. Hier nu viel op den 16den September een veldslag voor, en wel van zoodanigen aard als wij van ongeoefende troepen, die daarenboven niet eens naar de regels der krijgskunst werden bestuurd, mogen verwachten. Nu eens werden groote afdeelingen tirailleurs, dan weder artillerieperken of afzonderlijke brigades in het vuur gebragt; er was geene orde, geene eenheid, geen vast plan; om reserve werd niet gedacht, en waar men eenig voordeel behaalde, wist men het niet te gebruiken. De strijd duurde den 16den den geheelen dag, en de beide legers konden hunne aanvankelijke positie behouden. Den volgenden dag deed Lee, die, even als zijn tegenstander, versterkingen ontvangen had, een hevigen aanval, maar schoon hij op den linkervleugel der vijanden eenige voordeelen behaalde, werd hij in het centrum en op den regtervleugel teruggeslagen. Den 18den September was er wapenstilstand tot het begraven der gesneuvelden, die aan weerszijden 6- tot 10000 man bedroegen. Gedurende den hierop volgenden nacht trokken de Geconfedereerden zonder belangrijke verliezen over de Potomac terug.
