Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 10-08-2018

Pennsylvanië

betekenis & definitie

Pennsylvanië, een der Vereenigde Staten van Noord-Amerika, in welvaart en volkrijkheid den tweeden rang bekleedend, ligt tusschen 39°43'—42°15' N. B. en 74°12'—80°36' W. L. van Greenwich, en grenst in het noorden aan het Erie-meer en den Staat New-York, in het oosten aan New-York en New-Jersey, in het zuiden aan Delaware, Maryland en West-Virginia, en in het westen aan dit laatste en aan Ohio. Deze Staat heeft de gedaante van een parallelogram, is 500 Ned. mijl lang en 280 Ned. mijl breed, en telt op 2163l/2 geogr. mijl ruim 31/2 millioen inwoners (1870). Met betrekking tot den bodem is deze Staat in 3 gewesten verdeeld, namelijk de Atlantische helling in het oosten, de bergstreek ingiet midden en de westelijke helling. De eerste blijft van de Delaware-rivier af gestadig klimmen en strekt zich uit over den afstand van 120 tot 130 Ned. mijl tot aan de Blaauwe Bergen.

In het midden van den Staat verheffen zich over eene breedte van 160 Ned. mijl en van het zuidwesten naar het noordwesten voortloopend onderscheidene evenwijdige bergketens der Alleghanies, van welke de voornaamste de namen dragen van Blue Ridge, Kittatinny, Broad- of Tuscarora Mountains, Sideling Hill, Bald Hill, enz. Zij vormen de waterscheiding tusschen den Atlantischen Oceaan en het bekken der Ohio. Verder westwaarts verheffen zich de Laurel Ridge en Chestnut Ridge ter hoogte van 900 Ned. el. Met uitzondering van de dalen is deze bergstreek onvruchtbaar. Voorts heeft men er groote oorspronkelijke wouden, waarin men beeren, wolven, waschbeeren en andere wilde dieren aantreft.

Het derde gewest eindelijk, dat naar het noordwesten en zuidwesten, naar het Erie-meer en de Ohio afdaalt, bestaat grootendeels uit vruchtbaar land, uitstekend geschikt voor den aanbouw van graan en gras. In het zuidoostelijk gedeelte van den Staat heeft men gneis, leisteen en rooden zandsteen, in het bergachtig middengewest Silurische en Devonische vormingen met belangrijke anthracietbeddingen, en het westelijk gedeelte behoort bijna geheel tot het Appalachische steenkolenveld, hetwelk door Devonisch gesteente van het Erie-meer gescheiden is. In de gneisvorming en andere oude gelaagde vormingen heeft men vele ertsgangen, en in het westen onderscheidene zoute bronnen en petróleum ontdekt. Pennsylvanië grenst niet aan den Oceaan, maar is door middel van 3 rivieren met de Atlantische Zee en de Golf van Mexico verbonden, terwijl het Erie-meer den Staat in gemeenschap brengt met het stroomgebied van de St. Laurens-rivier en met de andere groote meren. Gemelde 3 rivieren zijn: de Delaware, welke de oostelijke grenzen vormt, tot aan Philadelphia voor de grootste stoombooten bevaarbaar is en de Lehigh en de Schuylkill opneemt, welke zich tot in de steenkolenvelden uitstrekken, — de breede, maar ondiepe Susquehannah, die in het Otsego-meer te New-York ontspringt, in eene zuidelijke rigting door den Staat kronkelt, zich met de West-Branch, de Tioga en de Blaauwe Juniata vereenigt en zich in de Cheasapeakbaai uit stort, — en de aanzienlijke Ohio, welke in het westen van den Staat door de vereeniging van de Alleghany en Monongahela gevormd wordt en bij Pittsburg haren aanvang heeft. Het klimaat is er verschillend naar gelang der aardrijkskundige ligging, maar in het algemeen zacht, zoodat op het zuidoostelijk gedeelte van den Staat de rivieren des winters zelden langen tijd met ijs bedekt zijn. De gemiddelde warmte van het jaar is te Philadelphia 10,3° C. en te Pittsburg 10,6° C., die van Januarij ligt er tusschen 0° en 3,1° C. en die van Julij bedraagt ongeveer 22,6° C. Jaarlijks vallen te Philadelphia 132 en te Pittsburg 101 Ned. duim regen.

De bevolking is er voor een groot deel van Duitschen oorsprong. Reeds bij de eerste kolonisatie van dezen Staat trokken vele Duitschers derwaarts, en hunne taal wordt er op het land nog altijd gesproken. Het voornaamste bedrijf is er de landbouw, maar ook de mijnontginning, de nijverheid en de handel zijn er van veel belang. Reeds in 1870 was 40°/0 der oppervlakte door den landbouw in beslag genomen en schatte men de waarde der landbouwproducten op 442 millioen gulden. Men verbouwt er vooral maïs, — voorts: haver, tarwe, boekweit, rogge, aardappels, tabak, hooi en gerst. Tevens groeit er een overvloed van perziken, appelen en ander ooft. Ook de veeteelt is er van groot gewigt: in 1874 had men er 557000 paarden, bijna 25000 muildieren, 722000 runderen, 812000 melkkoeijen, ruim 1 millioen zwijnen en meer dan l1/2 millioen schapen. Wijders heeft men er 3086 mijnen en groeven met ruim 81000 werklieden, en de door hen opgedolven delfstoffen hadden in laatstgenoemd jaar eene waarde van 180 millioen gulden.

Men verkrijgt er bitumineusen steenkool en anthraciet, ijzererts, koper, zink, lood, potlood, zout, petróleum, voortreffelijk marmer, kalk-, zand- en leisteen enz. De nijverheid telde er in 1870 ruim 37000 werkplaatsen met nagenoeg 320000 werklieden, alwaar eene waarde werd voortgebragt van meer dan 1700 millioen gulden, vooral in ijzeren voorwerpen, geweven stoffen, bouwmaterialen, timmerhout, meel, suiker, kleederen, leder en gezuiverd petróleum. De handel naar het buitenland geschiedt er vooral door middel der havens van Philadelphia en Erie. In 1875—1876 had de uitvoer er eene waarde van 108, en de invoer van 52 millioen gulden. De Staat zelf bezat in dat jaar 3474 schepen (waaronder 475 stoombooten) met eene laadruimte van bijna 72 millioen scheepstonnen. De handel wordt er door spoorwegen en kanalen aanmerkelijk bevorderd. Laatstgenoemden hebben er eene gezamenlijke lengte van 1400 en eerstgenoemden van 7070 Ned. mijl (1875). Daarenboven heeft men er 602 paardensporen.

De thans geldende grondwet van Pennsylvanië werd den 16den December 1873 door het volk aangenomen. Volgens deze wordt de gouverneur voor een tijd van 4 jaar door het volk gekozen; hij heeft het regt om genade te verleenen en een onbeperkt veto, doch is na zijne aftreding niet aanstonds herkiesbaar. De wetgevende magt is er in handen der General Assembly, bestaande uit een Senaat van 50 en een Huis van Vertegenwoordigers van 200 leden; zij vergadert te Harrisburg op den eersten dingsdag in Januarij. De Senatoren worden voor den tijd van 4, de Volksvertegenwoordigers voor een tijd van 2 jaren gekozen. De regtspraak geschiedt er door een hooggeregtshof van 7 leden, door het volk voor den tijd van 21 jaar gekozen, door 4 geregtshoven in de stad Philadelphia, door graafschapsregtbanken enz. Op het Congrès wordt Pennsylvanië door 27 afgevaardigden vertegenwoordigd. De staatsschuld beliep er in 1875 nog geen 60 millioen gulden. In de nieuwe constitutie zijn bepalingen opgenomen met betrekking tot het openbaar onderwijs.

In 1875 telde men er ruim 16000 vrije scholen met 19000 onderwijzers en 834000 leerlingen. Tot de inrigtingen van hooger onderwijs behoort er de universiteit te Philadelphia, in 1755 gesticht. Voorts zijn er 14 godgeleerde, 2 regtsgeleerde, 8 artsenijmengkundige, 7 wetenschappelijke scholen, 8 kweekscholen en 16 colléges voor de vrouwelijke jeugd. In 1870 had men er bijna 15000 openbare boekerijen, en in 1875 verschenen er 707 couranten, en onder deze 78 dagelijks. Voorts heeft men er uitmuntend ingerigte gevangenissen, armenhuizen, krankzinnigengestichten enz., alsmede onderscheidene private inrigtingen, zooals Girard Collége, een opvoedingsgesticht voor 600 weesjongens, en het Pennsylvania Hospital, beide te Philadelphia. De Staat is verdeeld in 60 counties. Zijne hoofdstad is Harrisburg, maar de aanzienlijkste stad Philadelphia. Van de andere steden noemen wij Pittsburg, Scranton, Reading en Erie.

Zweden en Nederlanders vestigden zich in 1627 in het Hedendaagsche Pennsylvanië,maar moesten zich later onderwerpen aan de Engelschen. Karel II schonk het land in 1681, als schadeloosstelling voor eene schuldvordering, aan William Penn (zie aldaar). Deze kocht daarenboven van de Indianen 20000 acres land aan de Schuylkill en schonk ze aan zijne vervolgde geloofsgenooten. De voortreffelijke wetten, door Penn aan de kolonie geschonken, inzonderheid de vrijheid van godsdienst, alsmede zijne goede verstandhouding met de Indianen, bragten de volkplanting weldra tot een hoogen trap van bloei. De eerste grondwet dagteekent er van 1682, en in 1683 werd Philadelphia gesticht. Nadat Willem III in 1693 den Britschen troon beklommen had, werd kolonel Fletcher tot gouverneur van New-York en Pennsylvanië benoemd.

In 1699 nam Penn zelf de teugels van het bewind in handen, en terwijl hij in Pennsylvanië vertoefde, werd in 1701 de laatste grondwet, welke tot aan de Revolutie van kracht bleef, aangenomen en in toepassing gebragt. Het land behoorde meestal aan Kwakers, die in Engeland woonden en het door hunne gevolmagtigden verhuurden. Gedurende de Revolutie werd de oude regéringsvorm vernietigd; het volk gaf eene nieuwe, op republikeinsche beginselen steunende grondwet en stelde de Engelsche eigenaars schadeloos door eene som van 180000 pond sterling. Sedert 1777 bleef de uitvoerende magt aan een president en sedert 1788 aan een gouverneur toevertrouwd. Pennsylvanië nam voorts met ijver deel aan den bevrijdingsoorlog, en binnen de grenzen van dezen Staat werden belangrijke veldslagen geleverd. Den 18den December 1787 werd er de constitutie der Unie aangenomen.

< >