Anticyra is eene oud-Grieksche stad op een schiereiland in Phoeis, aan eene baai (Sinus Anticyranus) der Golf van Corinthe, tegenover Cyra gelegen. Er was eene goede haven, een aanzienlijke handel en een aantal fraaije tempels, waaronder die van Artemis (Diana) op eene rots nabij de stad en versierd met het standbeeld der godin, door Praxiteles gebeiteld.
Thans draagt zij den naam van Aspro Spiti. Men vermeldt, dat Anticyra gesticht is door de Phocaeërs of door de Loeriërs en aanvankelijk den naam droeg van Cyparissus. Schoon gedurende den Heiligen oorlog door Philippus van Macedonië verwoest, begon zij spoedig weder te bloeijen, en tijdens den eersten Macedonischen oorlog werd zij geweldig geteisterd door de Romeinen, die haar vervolgens aan de Aetoliërs afstonden. Daarna kw7am zij wederom in het bezit der Macedoniërs en werd opnieuw door de Romeinen onder T. Quinetius Flaminius veroverd.
Denzelfden naam droeg eene stad in Thessalië aan den voet van den berg Oeta en aan de Sperchius, niet ver van haren mond, — en een klein Grieksch eiland tusschen Euboea (Negroponte) en Thessalië. Daar op deze drie plaatsen de helleborus (het nieskruid) groeide, eene plant, waaraan men groote kracht tegen waanzinnigheid toeschreef, waren bij de Romeinen de spreekwoorden in zwang “Naviget Anticyras” (“Hij vare naar de Anticyras,” namelijk om een middel tegen zijne dwaasheid te halen), en “Tribus Anticyris caput insanabile” (“Een hoofd, dat door geen 3 Anticyras kan genezen worden”).