Anjer is eene adsistentresidentie en district op Java in de residentie Bantam. Zij telt ruim 26.000 inwoners. Tevens wordt die naam toegekend aan de hoofdplaats der adsistentresidentie. Deze hoofdplaats ligt aan Straat-Soenda en strekt tot verblijfplaats aan den adsistentresident, den militairen commandant, den ontvanger der inkomende regten, belast met het praaijen der voorbijvarende schepen, en den havenmeester, aan wien tevens het strandvondersambt is opgedragen.
De schepen, die uit Europa komen, leggen er gewoonlijk aan en voorzien er zich van versche levensmiddelen en vooral van drinkwater, dat door eene waterleiding van het gebergte derwaarts is gebragt. De haven van Anjer is in 1858 voor den vrijen handel opengesteld. Er is eene sterkte, nog door Daendels aangelegd, en een vuurtoren. Ten zuiden van het stadje verrijst eene witte grafnaald ter gedachtenis van den Engelschen kolonel Cathcart. In Anjer zijn de huizen meest van bamboes. De bevolking telt er 5000 zielen, die zich met de vischvangst en met het drijven van een kleinen handel met voorbijvarende schepen bezig houden. Op het strand heeft men er een fraai gezigt op eenige nabijgelegene eilanden. De groote postweg over Java neemt hier een aanvang en loopt voort tot straat Bali. De vlaggestok van Anjer staat op 6°3'10" Z.B. en 105°58'43" O.L.
