Anagram is een letterkeer of eene omzetting der letters van een of meer woorden op zoodanige wijze, dat zij een geheel anderen zin vormen. Men heeft twee soorten van anagrammen. Bij de eerste wordt alleen de volgorde der letters omgekeerd, waardoor bijvoorbeeld “regen” in “neger”, “Roma” in “amor”, “pook” in “koop” verandert, terwijl bij de tweede de letters van een woord op eene willekeurige wijze gerangschikt worden, zoodat men “kroon” in “koorn”, “leven” in “velen”, “Calvinus” in “Alcuinus”, herschept. Sommige anagrammen zijn beroemd geworden: bij voorbeeld dat van “revolution Française”, waaruit men eerst het woordje “veto” wegnam en de overblijvende letters aldus rangschikte: “un Corse la finira” Een zekere Celspirius te Regensburg heeft twee boeken “de anagrammatismo” geschreven, en tot schrik zijner ongemakkelijke wederhelft veranderde hij het Latijnsche “mulier (vrouw)” in “I Lemur (ga spookdier).” Het anagram van den veldheer Montecuculi was “centum oculi”, en onze dichter Willem Sluyter had het anagram “Heer, sus lust my u wil”, schoon hij bij de verandering van zijn naam in die spreuk niet gezien heeft op de toevoeging van eenige letters.
Men houdt Lycophron, die in de 3de eeuw vóór Chr. leefde, voor den uitvinder van het anagram. Waarschijnlijk echter is het Oosten het vaderland van den letterkeer en hebben de Israëlietische kabbalisten dien verder verspreid. Zijn bloeitijd is de 16de en 17de eeuw. Toen vermomden zich vele schrijvers onder het masker der anagrammen, en men beijverde zich, op gevierde namen een geestigen letterkeer te vinden. In later tijd hebben de liefhebbers van het anagram vooral eene uitmuntende stof gevonden in den naam van den Silesischen dichter Schneiderreit, dien zij in Henri de la Cistra, Dietrich Seren, Riesendichter en nog een tiental andere namen hebben omgezet.