Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 14-11-2017

Allerheiligen en Allerzielen

betekenis & definitie

Allerheiligen en Allerzielen zijn twee groote feestdagen der Roomsche kerk, die jaarlijks op den 1sten en 2den November worden gevierd. De eerste is ter gedachtenis van alle Heiligen in 609 door Bonifacius IV ingesteld, nadat hij met goedvinden van keizer Phocas het Pantheon te Rome onder den naam van Panagion aan de Moeder Gods en aan alle martelaren had gewijd. Dit feest is later (na 827) door paus Gregorius V in het Westen overal ingevoerd.

De Grieksche kerk viert haar feest van alle martelaren op den eersten zondag na Pinkster. Het Allerzielen- feest is bepaaldelijk aan de gedachtenis der gestorvenen geheiligd, voor wier zielen op dien dag gebeden opgezonden en missen gelezen worden. Het is zijn ontstaan verschuldigd aan den abt Odilo, die het in 993 in zijn klooster te Clugny instelde, omdat volgens het zeggen van één der monniken degenen, die nabij den Etna woonden, vaak een gehuil van duivelen hadden gehoord, waarmede deze zich beklaagden, dat hun door de gebeden der monniken en door de aalmoezen vele zielen werden ontrukt. Paus Sylvester II verordende de viering van het allerzielenfeest in de geheele Roomsche kerk en stelde het op den 2den November. Beide feesten worden vooral in het zuiden van Duitschland op eene eigenaardige en aandoenlijke wijze gevierd. Men versiert er op de R. Katholieke kerkhoven de graven met kransen en lampen, de ingezetenen spoeden zich naar de rustplaats hunner dooden om er te bidden, terwijl de priesters de graven met wijwater besproeijen en de gezaligden zegenen. Treffend is dat feest te München, waar in den ochtend van het Allerheiligen-feest allen de graven hunner dierbare overledenen bezoeken en de kerkhoven tot op den middag van den Allerzielen-dag op sierlijke, drukbezochte bloemtuinen gelijken.