Alfred de Groote, koning van Engeland, was de jongste zoon van koning Ethelwolf en de eerste, die zich het oppergezag wist te verschaffen over de 7 of 8 Angelsaksische koningrijken. Hjj werd geboren in 808 en als 5-jarige knaap te Rome door Paus Leo IV tot koning gezalfd. Twee jaren later bezocht hij nogmaals met zijn vader de Tiberstad en verleende bjj die gelegenheid niet alleen rijke geschenken, maar beloofde ook eene jaarlijksche schatting, die de grondslag geworden is van den St. Pieterspenning.
Na den dood zijns vaders, regeerden zijne oudere broeders, maar toen Ethelred, de laatste van deze, stierf, werd Alfred in eene vergadering der Oudsten, tot groote blijdschap des volks, tot koning van Wessex gekozen. Treurig was de toestand des lands, dat aanhoudend door de geweldige invallen der Noormannen geteisterd werd. Dit ging zoo ver, dat zelfs de Koning zich soms onder een vreemden naam in de hutten der armen eene schuilplaats moest zoeken. Hij rustte echter niet. Langzamerhand verzamelde hij zijne aanhangers om zich heen. Om de strijdkracht en de plannen van zijne vijanden te leeren kennen, waagde hij zich, als harpspeler vermomd, in hun midden. Zijne roepstem klonk: een magtig leger was weldra op de been en trok onder zijn bevel met geestdrift naar Ethandun (Heddington), waar de vijand den slag verloor en de vesting zich na eene belegering van 14 dagen overgaf. Alfred schonk aan de overwonnen Denen Oost-Angeln, als een leengoed van Wessex, en daar ook andere Denen het zwaard met den ploeg verwisselden, begon voor Engeland een tijdperk van vrede aan te breken. De Koning, de roofzucht der Noormannen kennende, bleef bedacht op hunne komst, en hunne magtige vloten vonden hem telkens tot tegenweer gereed. Toen zij met eene zeemagt van 300 schepen verschenen en diep in het land doordrongen, bragt Alfred, gesteund door zijn dapperen zoon Eduard, hun bij Farnham in Surrey eene beslissende nederlaag toe. Nu weêrgalmde het westen van Europa van Alfreds roem, en Engeland onderwierp zich gaarne aan zijn scepter. De Koning wijdde voortaan al zijne zorg aan de welvaart zijner onderdanen. Hjj verdeelde de groote gewesten in “shires”, 'die onder het bestuur van “thane’s” of “earls” werden gesteld, en de shires wederom in deelen en onderdeelen. De eigenerfden dier deelen spraken tevens regt, en deze inrigting is de grondslag geworden der regtspraak door gezworenen. Voor de deugdelijkheid der regtspleging werden de regters verantwoordelijk gesteld, en 44 van hen werden met den dood gestraft, daar Alfred zelf kennis nam van ieder hooger beroep. Hij verzamelde de oude wetten, voegde er nieuwe bij en vervaardigde alzoo een wetboek, dat verloren is geraakt, maar volgens het gevoelen der Engelsche, regtsgeleerden als beginsel mag gelden der “commonlaw.” Hij bevorderde den landbouw, zoodat talrijke dorpen verrezen en vlekken zich tot steden verhieven. Vooral begon Londen, door hem tot hoofdstad gekozen, zich uit te breiden. Zeevaart en handel, wetenschap en nijverheid vonden in hem een begunstiger. Aan zijn zoon Eduard gaf hij eene voortreffelijke opvoeding, en talrijke scholen werden door hem gesticht. Zelf vertaalde hij den “troost der wijsbegeerte” van Boéthius uit het Latijn in het Angelsaksisch.
Alfred overleed den 28sten October 901. Hij is in alle opzigten een der grootste mannen van Engeland geweest, en zijn geest, kenbaar in zijne uitspraak: “De Engelschen moeten zoo vrij wezen als hunne gedachten,” is door alle latere eeuwen heen de geest gebleven van zijn volk.