Aldinen zijn de gedrukte werken, die gedurende het laatst der vijftiende en gedurende de zestiende eeuw door de persen van het Venetiaansche boekdrukkers-geslacht Manutius werden geleverd. Vooral de oudste aldinen onderscheiden zich door degelijkheid van inhoud en door schoonheid van uitvoering.
Vele werken van Romeinsche, Grieksche en Italiaansche schrijvers verschenen bij de Manutiussen in het licht, en die uitgaven bezitten wegens de naauwkeurigheid van den tekst en de bevalligheid der lettervomen eene hooge waarde. Aldus Manutius de oudere gaf aan de Romeinsche letter (antiqua) fraaijer gedaante en vond de cursief-drukletter uit, terwijl hij nieuwe leesteekens invoerde. Vooral heeft hij de Grieksche letters verbeterd en niets onbeproefd gelaten, om zich van helder papier en donkeren druk-inkt te voorzien. De beste aldinen zijn tusschen de jaren 1490 en 1530 uitgegeven. Het devies der aldinen is een anker, om ’t welk een dolfijn zich kromt, somtijds met het randschrift sudavit et alsit. Tot de aldinen behooren ruim 900 meestal groote boekwerken. Men vindt ze grootendeels bijéén bij den boekhandelaar Renouard te Parijs en bij den voormaligen Groothertog van Toscane.