Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 14-11-2017

Affineren

betekenis & definitie

Affineren is het scheiden van het goud en zilver langs den natten weg, en meer bepaald die handelwijze, waarbij men zich, tot afscheiding van het zilver, van zwavelzuur bedient. Het zilver bezit de eigenschap, dat het zich, bij eene verwarming met geconcentreerd zwavelzuur, hierin oplost, waarbij dit laatste, uit zwavel en zuurstof bestaande, ontleed wordt.

Het zwavelzuur geeft een gedeelte van zijne zuurstof aan het zilver, waardoor dit in zilveroxyde verandert, hetwelk zich met een ander gedeelte van het zwavelzuur tot zwavelzuur zilveroxyde verbindt en vloeibaar wordt. Het gedeelte, dat bij de ontleding van het zwavelzuur overblijft, ontwijkt als zwavelig-zuur gas. Daar goud niet door zwavelzuur wordt aangetast, zal het, wanneer men eene goud- en zilver-legéring op die wijze behandelt, onopgelost achterblijven. Intusschen moet zulk eene legéring althans vier maal meer zilver dan goud bevatten, omdat eene grootere hoeveelheid van dit laatste het zilver zoo sterk zou omsluiten, dat het zwavelzuur er niet naar eisch op werken kon. Bij het toepassen van deze methode in het groot bedient men zich van porseleinen vaten of ijzeren ketels. De legéring (het mengsel) van goud en zilver, dat men affineren wil, wordt gesmolten en door het bijgieten van water in een korreligen toestand gebragt. Daarna voegt men er het drievoudig gewigt van geconcentreerd zwavelzuur bij, en men verwarmt een en ander in den ketel. Het zwavelig zuur, dat hierbij ontwijkt, leidt men door eene op den ketel bevestigde buis in loodkamers, waar het weder in zwavelzuur verandert. Nadat na eenige uren kokens het zilver is opgelost, laat men de behoorlijk verdunde vloeistof in een ander vat afkoelen, waarbij het goud in de gedaante van een fijn poeder op den bodem bezinkt. Nu brengt men de oplossing van zwavelzuur-zilver door middel van een hevel in een vat met koperen platen, en door de werking van het koper wordt de verbinding van het zwavelzuur met het zilver opgeheven, daar het koper de plaats inneemt van dit laatste. Hierdoor ontstaat zwavelzuur-koperoxyde (kopervitriool) in de oplossing, waaruit het zilver zich in den vorm van poeder afscheidt. Dit nederdalend zilver wordt verzameld, geperst, droog gemaakt en gesmolten. Het is echter niet volkomen zuiver, maar bevat een weinig koper. Het goud, van het zwavelzuur gescheiden en zorgvuldig gewasschen, wordt bij herhaling met zwavelzuur uitgekookt en dan ter bevordering der afscheiding van de geringe hoeveelheid zilver, die er nog in aanwezig is, met glauberzout vermengd en verwarmd. Daar dat zout bij het smelten al het zilver in zich opneemt en vervolgens door middel van water verwijderd wordt, blijft er fijn goud achter van ongeveer 99,4 procent. Het scheiden van goud en zilver geschiedt ook wel door bijvoeging van zuiver salpeterzuur, waarbij het goud desgelijks onaangetast achterblijft, maar deze handelwijze is te kostbaar en alleen nog hier en daar in Engeland en in de Vereenigde Staten (Pensylvanië) ingebruik, terwijl men voor ’t overige in Europa met zwavelzuur affineert, omdat men deze methode ook op zilver met een zeer gering goudgehalte met voordeel kan toepassen. Men heeft bevonden, dat in Frankrijk alle vijffrancsstukken, die vóór het jaar 1825 zijn gemunt, 1/1000ste goud bevatten, zoodat men later, door eene betere afscheiding van dat metaal 8000 francs op ieder millioen won. Men heeft er dien tengevolge ook vele vreemde munten omgesmolten. Dat voorbeeld vond navolging, en weldra verrezen te Amsterdam, Brussel, Hamburg enz. inrigtingen voor het affineren van zilver. Michel Chevalier begroot de hoeveelheid goud, die in Europa jaarlijks uit zilver gewonnen wordt, op 1600 Ned. pond.