Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 14-11-2017

Aether

betekenis & definitie

Deze wordt in de Grieksche fabelleer voorgesteld als een zoon van den Erebus en van de Nachtgodin. Volgens anderen is hij de telg van den chaos en caligo (duisternis) en een broeder van den dag, den nacht en den Erebus, terwijl hij op zijne beurt met de nacht aan alle verpersoonlijkte ondeugden, aan de reuzen en titans, het aanzijn heeft geschonken. Hij vertoont zich dus als eene der oorspronkelijke zelfstandigheden, waaruit het heelal is ontstaan. In de Hymnen van Orpheus komt hij voor als de wereldgeest, die al wat leeft doet ontkiemen en groeijen. Later werd de aether voorgesteld als de woonplaats der goden, waar Zeus heerschappij voert. In de oud-Grieksche wijsbegeerte is de aether het levenwekkend beginsel der warmte, eene vijfde hoofdstof, of het eigenlijke wezen der godheid, dat men zich voorstelde als een allesdoordringenden gloed, waaraan al het wezen, denken en leven zijn oorsprong ontleent.

Op het gebied der hedendaagsche natuurkunde bestempelt men met den naam van aether de hoogst ijle, veerkrachtige vloeistof, die het gansch heelal, de kleinste tusschenruimten in de ligchamen en in het algemeen elke ledige ruimte vervult. Zijn bestaan was langen tijd niets anders dan eene onderstelling, waarvan men zich bediende, om het denkbeeld eener ledige ruimte buiten den dampkring der hemelligchamen weg te cijferen en tevens om sommige verschijnselen van natuurkundigen aard, bijvoorbeeld de digtheid der ligchamen, de verschijnselen van het licht enz. te verklaren. Volgens de berekening van Euler moet hjj 39 millioenmaal zoo ijl en 1278 maal zoo veerkrachtig zijn als de dampkringslucht. Volgens Thomson vult een pond aether een teerling, wiens zijde de lengte heeft van 200 geographische mijlen. In den laatsten tijd is de aanwezigheid van den aether bevestigd door de waarneming, dat de beweging der kometen een zekeren tegenstand moet overwinnen. Er schijnt dus een algemeen verspreide werelddamp te bestaan.

Op het gebied der schei- en artsenijmengkunde geeft men den naam van aether aan vlugtige vloeistoffen, die een doordringenden reuk bezitten en door de werking van verschillende zuren of van electro-negatieve, zuren-voortbrengende elementen op alkohol ontstaan. Meer bepaald verstaat men onder aether gewoonlijk zwavel-aether (aether sulphuricus), eene verbinding, die reeds in 1640 door Valerius Cordus onder de geneeskrachtige middelen is opgenomen, maar eerst 2 eeuwen later door Fresenius met voldoende naauwkeurigheid werd beschreven. Zij is kleurloos, dun-vloeibaar, met een sterk lichtbrekend vermogen begiftigd, zeer vlugtig, doordringend maar aangenaam van reuk, prikkelend en zoet van smaak; zij geleidt de electriciteit niet en laat plantenkleuren ongedeerd. Haar soortelijk gewigt is 0,71. Zij is vlugtig bij elken warmtegraad en verwekt daardoor eene aanmerkelijke koude; zij kookt reeds bij 35° C. en kristalliseert bij — 44° C. Zij is zeer brandbaar en geeft eene walmende vlam. Wegens hare vlugtigheid is het gevaarlijk, haar met eene vlam te naderen, terwijl aetherdamp, met dampkringslucht vermengd, geweldige uitbarstingen kan veroorzaken. Flesschen, met aether gevuld, moeten dus naauwkeurig gesloten en op eene koele plaats bewaard worden. In water lost zij zich zeer weinig op, maar zij vermengt zich in allerlei verhouding met wijngeest en dient tot oplossingsmiddel voor zwavel, phosphorus, jood, aetherische oliën, vet, hars, houtgeest, chloroform, aceton, kaoetsjoek, kampher en vele andere bewerktuigde zelfstandigheden. Haar oplossend vermogen voor olie, stearine, vet enz. verheft haar, vermengd met alkohol of terpentijn, tot een uitmuntend vlekkenwater. Zij verbindt zich niet regtstreeks met zuren of met water, maar in statu nascenti (op ’t oogenblik wanneer zij vrij wordt) vereenigt zij zich met water tot alkohol en met zuren tot wijnzuren en zamengestelde aethersoorten. Eerstgenoemden zijn zure verbindingen, laatstgemelden daarentegen neutrale vloeistoffen van een doordringenden, aangenamen reuk, die gedeeltelijk als geneesmiddelen worden gebruikt en gedeeltelijk oorzaak zijn van het aroma van sommige vloeistoffen — bij voorbeeld de oenant-aether in den wijn —, zoodat zij tot eene kunstmatige vorming van zoodanig aroma worden aangewend.

De naam van zwavel-aether, dien deze vloeistof ten onregte droeg, is door de nieuwere wetenschap in dien van aethyl-aether of aethyl-oxyde (C4, H5 O) veranderd. Om dien te bereiden, destilleerde men voorheen een mengsel van alkohol en zwavelzuur. Later vermengde men 9 deelen zwavelzuur met 5 deelen alkohol en men verhitte het mengsel tot koken toe, terwijl men er droppelsgewijs alkohol deed bijvloeijen en de temperatuur op 140° tot 150° hield. In den sterk afgekoelden ontvanger kreeg men een mengsel van aether en water. Men nam den bovendrijvenden aether weg, schudde hem met kalkmelk en destilleerde hem, door chloor-calcium voor de verwijdering van het water zorgende. Thans wordt hij in fabrieken in het groot bereid. Bij de destillatie gebruikt men looden of, volgens Soubeiran, koperen blazen. Om de aether-, alkohol- en waterdampen te scheiden, dienen dezelfde toestellen, die bij de fabricatie van spiritus noodig zijn. Men zorgt, dat de waterdamp tot water overga bij eene temperatuur, waarin de aether nog gasvormig blijft. Men vermengt 15 Ned. pond zwavelzuur met 10 Ned. pond alkohol van 85 procent, men verwarmt het mengsel in de blaas tot 130°, en men laat er dan een aanhoudenden straal van alkohol van 92 procent bijvloeijen, wiens dikte men zoo regelt, dat de temperatuur van het mengsel 130° blijft. In den laatsten der beide verdigtingstoestellen gaan de aetherdampen door eene laag van met natronloog verzadigde kool, waaraan zij al hun zwavelig-zuur afstaan. Zoo verkrijgt men op eenmaal volkomen zuiveren aether. Water- of alkohol-houdende. aether wordt zuur in de lucht, maar zuivere aether niet. Bevat hij 1/2 procent water, dan pakt zich de tannine (looistof) er in zamen, — bij 1 procent lost zij er zich in op, terwijl zij in watervrijen aether droog blijft. De samengestelde aethersoorten zijn verbindingen, waarin de aether de rol van basis vervult. Zij ontstaan het gemakkelijkst, wanneer zuren en aether vrij worden uit hunne verbindingen. De voornaamste zijn:

Salpeter-aether, welke ontstaat, wanneer men alkohol met salpeterzuur en koperdraaisel vermengt en uit een glazen retort in een koelen ontvanger overhaalt. Hierbij werkt het koper reducerend op het zuur, zoodat er salpeterzuur koperoxyde gevormd wordt, en het vrijwordend salpeterzuur heeft een aether-vormenden invloed op den alkohol. Salpeter-aether is eene zeer vlugtige, bleekgele vloeistof met een wijnachtigen reuk en een prikkelenden smaak. Hjj kookt reeds bij 16,5° C. zijn soortelijk gewigt is 0,947, en hij is zeer brandbaar, terwijl hij bij zijne verdamping eene aanmerkelijke koude veroorzaakt. Met eene bepaalde hoeveelheid alkohol vermengd, vormt hij den bekenden spiritus nitri dulcis.

Zoutzuur-aether. Dezen verkrijgt men door een mengsel van zoutzuur en alkohol te destilleren. Hjj is in zuiveren toestand eene aangenaam riekende vloeistof met een zoeten , specerijachtigen smaak. Hij is zeer vlugtig, kookt bij 11° C., heeft een soortelijk gewigt van 0,921, ontvlamt zeer ligt en verbrandt, als hij door eene kleine opening stroomt, met eene smaragdgroene vlam. Wegens zijn specerijachtigen geur wordt hij wel bij geestrijke dranken gevoegd. Azijn-aether, ontstaande door de werking van azijnzuur op alkohol onder bijvoeging van zwavelzuur, vormt eene kleuflooze vloeistof met een aangenamen, frisschen geur en een brandenden smaak. Hjj kookt bjj 74,3°C en heeft een soortelijk gewigt van 0,91. Hjj geeft aan brandewijn, rum, cognac en wijn een eigenaardig aroma. Mieren-aether, dien men desgelijks tot het pas genoemd oogmerk gebruikt. Hjj wordt bereid door destillatie van 8 deelen droogen, mierenzuren natron, 11 deelen zwavelzuur, en 7 deelen sterken alkohol. Hij kookt bjj 54,7° C. en heeft een soortelijk gewigt van 0,945.

Boterzuur-aether, die door de werking van 2 deelen boterzuur en 1 deel zwavelzuur op 2 deelen alkohol ontstaat en eerst bij 115° C kookt. Hjj heeft een aangenamen, ananas-achtigen geur. Ananas-aether of ananasolie, eene vloeistof die hoofdzakelijk uit boterzuur-aether bestaat. Hij wordt verkregen door eene destillatie van boterzeep met alkohol en zwavelzuur en door de parfumerie-fabriekanten en de suikerbakkers gebruikt.

Oenant- en pelargoniumzuur-aether, die veel overeenkomst met elkander hebben. Den eersten verkrijgt men uit de wijn-foeselolie door deze te schudden met koolzuren natron, en den laatste door de olie, die men door het destilleren van wijnruit (ruta graveolens) verzameld heeft, met verdund zwavelzuur te koken. Beide bezitten in een geeoncen-treerden toestand een sterken, bedwelmenden, niet zeer aangenamen wijngeur en een scherpen smaak. Zij worden in Engeland in groote hoeveelheden bereid, om kunst-cognac te vervaardigen of geur aan wijn te geven.

Tot de zamengestelde aethersoorten be-hooren ook de vrucht-essences, die genoemd zijn naar de vruchten, wier geur zij bezitten, zooals de, appel-aether, het voortbrengsel eener destillatie van aardappel-foeselolie met eene 5-voudige hoeveelheid chroom-zuur kali en even zoo veel zwavelzuur en water, — de peren-aether, dien men op dergelijke wijze uit twee deelen azijnzuur en 1 deel foeselolie verkrijgt, — de abrikozen-aether, een mengsel van ananas-olie met wat foeselolie, — de kersen-aether, een mengsel van azijnzuur-aether met benzoëzuur-aether, — de aardbezien-aether enz. Die geurige vloeistoffen worden gebruikt om allerlei surprises van suikergebak, drops enz., te vullen en smakelijk te maken.

Als geneeskrachtig middel werkt de aether opwekkend, maar voor korten tijd. Droppelt men dat vocht op de huid, dan wekt het wegens zijne snelle verdamping een gevoel van koude. In vlugtigen toestand brengt het tranen in de oogen en prikkeling in den neus, en inwendig gebruikt, veroorzaakt het brand in de keel, in kleine giften een gevoel van warmte in de maagstreek, in grootere giften braking, koliek en diarrhée. Ook wordt het zenuwgestel er sterk door aangedaan. Het wordt er eerst door geprikkeld, dan bedwelmd, zoodat er een toestand van gevoelloosheid het gevolg van is. Aether wordt ook wel als bloedstelpend middel gebruikt , omdat hij de eiwitstof doet stremmen. Algemeen bekend zijn de droppelen van Hoffmann, terwijl de azijn-aether eene zeer verkwikkende werking heeft.