Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 14-11-2017

Advent

betekenis & definitie

Advent is een verkorting van het Latijnsche woord adventus, hetwelk komst beteekent. Daardoor wordt aangeduid de voorbereidingstijd voor het kerstfeest of voor de komst van Christus. De advent telt 4 zondagen, van welke de eerste tusschen den 27sten November en den 3den December valt.

Het getal 4 is genomen, omdat men de komst van Christus als eene viervoudige beschouwde, namelijk als eene komst in het vleesch, in het hart der geloovigen, tot den dood, en tot het oordeel. De viering van den advent vinden wij eerst vermeld in de 6de eeuw, toen bisschop Maximus van Turijn er homiliën of kanselredenen voor schreef en de Synode te Lerida in Spanje (524) alle trouwplegtigheden gedurende dien tijd verbood. Ook nu nog vermijdt men in sommige Protestantsche landen gedurende den advent alle openbare vermakelijkheden. De Grieksche kerk heeft een advent van 40 dagen, die den 14den November, tegelijk met het kerkelijk jaar, een aanvang neemt.