Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Gepubliceerd op 14-11-2017

Adrianopel

betekenis & definitie

in het Turksch Edreneh of Adranah, is eene stad in de Turksche provincie Roemelië aan den regter oever der Maritza, op de plaats waar deze de Arda en de Toendsja in zich opneemt. Zij ligt met hare naauwe, kromme, vuile en slecht geplaveide straten in een bekoorlijk en vruchtbaar dal. Hare merkwaardigste gebouwen zijn: De prachtige moskee van Sultan Selim II, het oude en het nieuwe Slot, en de Michaëlisbrug over de Toendsja. Er zijn in het geheel 40 moskeën, 24 scholen, eene waterleiding en 22 baden.

Tot haar 150 000 inwoners behooren 30 000 Grieken, die aldaar een aartsbisschop hebben, — voorts vele Armeniërs, Israëlieten en niet-Grieksche Christenen. Vele Europesche mogendheden hebben er consuls, want de handel is er van veel belang. Enos, aan den mond der Maritza gelegen , kan als de haven van Adrianopel worden beschouwd. Zijde, garen, reukwerken — vooral rozenwater en rozenolie — worden er vervaardigd en uitgevoerd. Haar, oudste naam is Oeskadama, en zij ontleent haren tegenwoordigen aan dien van den Romeinschen Keizer (Hadrianus), die haar uitbreidde en verfraaide. In 1360 werd zij door sultan Moerad I veroverd en zij bleef tot aan den val van Constantinopel (1453) de zetel van de beheerschers der geloovigen. Ook thans nog heet zij de tweede hoofdstad, maar slechts zelden verschijnt er een sultan binnen hare muren. Gedurende den Russisch-Turkschen oorlog werd zij (20 Augustus 1829) door den Russischen veldmaarschalk Diebitsj-Sabalkanski ingenomen. Den 14den September 1829 werd er de vrede van Adrianopel gesloten, waarbij de Porte het oppergezag over Walachije en Moldavië en de door Rusland veroverde deelen van Bulgarië en Roemelië terug ontving, waarbij de Proet en van den mond van deze af de regter oever van de Donau als grens tusschen Rusland en Turkije werd aangewezen, en waarbij Rusland de kusten der Zwarte zee van den mond der Koeban tot aan de haven van St. Nicolaas, Kaukasië en het grootste gedeelte van het pasjaliek Achalzik met de stad en het fort Achalkalaki verwierf, benevens den vrijen handel in het Turksche rijk en de vrije vaart op de Donau en in de Zwarte zee.

< >