Acre (Acra, Acco, Acja, St. Jean d’Acre) is eene havenstad en vesting van Syrië aan een boezem of golf der Middellandsche zee, welke aan drie zijden door een kring van bergen — waartoe ook de berg Karmel behoort — is omsloten. Zij telt ruim 10 000 inwoners. Oorspronkelijk is zij eene volkplanting der Phoeniciërs.
Toen de Israëlieten Kanaän in bezit namen, bloeide zij reeds als eene aanzienlijke koopstad. Onder de heerschappij der Ptolemaeussen werd haar naam in dien van Ptolemaïs veranderd, en later ontving zij als Colonia Ptolemaïs van keizer Claudius het Romeinsche burgerregt. Ten tijde der Kruistogten verrees zij met nieuwen glans en verzamelde de Europesche vloten in hare haven. Toen ontving zij den naam van St. Jean d’Acre. Nadat zij 83 jaren in handen der Christenen was geweest, werd zij in 1187 door Saladin hernomen, maar vier jaren later door Engelschen en Duitschers stormenderhand veroverd. Bij deze gelegenheid onstond de bekende strijd tusschen koning Richard Leeuwenhart en hertog Leopold van Oostenrijk. Na dien tijd was Acre de hoofdzetel der Johannieter ridders, totdat zij in 1290 door den Egyptischen sultan Alasjraf ingenomen en verwoest werd. In 1517 viel zij in de handen der Turken. In 1799 werd zij met hulp der Engelschen onder aanvoering van den moedigen Sidney Smith gedurende 61 dagen zoo dapper verdedigd, dat Napoleon alle hulpmiddelen der belegeringskunst en al de inspanning van zijne geharde krijgslieden te vergeefs aan hare verovering te koste legde, zoodat hij met het overschot van zijn leger naar Egypte moest wijken. In 1832 was Ibrahim-Pasja, de zoon van den Onder-koning van Egypte, gelukkiger. Hjj nam haar den 27sten Mei stormenderhand in, en zij bleef, volgens het vredesverdrag van Kiutahia, met Syrië en Klein-Azië tot aan den Taurus in zijn bezit. In 1840 werd Acre door de vereenigde Engelsche, Oostenrijksche en Turksche vloot 2 dagen gebombardeerd en tot de overgave gedwongen, en met haar moest Mehemed-Ali ook Syrië verliezen. Na dien tijd is de stad alleen als vesting van eenig belang, want hare haven is gedeeltelijk verzand en haar handel bepaalt zich voornamelijk tot den uitvoer van zijde en katoen naar Livomo.