Abd-ul-Hamid, de 27 ste sultan yan het Osmannische rijk en geboren den 20sten Mei 1725, beklom den troon in het jaar 1774. Het zag er toen treurig uit voor den beheerscher der geloovigen, want de stadhouders der afgelegene gewesten des Rijks bekreunden zich weinig om zijne magt, en Romanzow stond aan de Donau met een zegepralend Russisch leger.
Hij zag zich genoodzaakt, een niet zeer voordeeligen vrede te sluiten, en van dat oogenblik dagteekenen Ruslands bemoeijingen met het Turksche rijk. Hij moest den Khan der Tartaren in de Krim onafhankelijk verklaren, en het gevolg hiervan was, dat vermeld gewest aan Rusland werd toegevoegd. In 1787 voerde hij weder oorlog met Rusland, hetwelk zich met Oostenrijk verbonden had, en de uitkomst was ver van gunstig voor Turkije. De Sultan stierf den 7den April 1789 te midden der toebereidselen voor een nieuwen veldtogt.