Khan is de titel van een Mongoolschen of Tartaarschen vorst. Hij ging van DsjengisKhan over op de prinsen van zijn geslacht en werd daarna aangenomen door alle Turk-che en Mongoolsche opperhoofden. Voorts aanvaardde men dezen titel in Afghanistan, Hindostan en Turkije, waar de Sultan dien bij zijne overige titels voegt.
In vele gewesten van Azië wordt hij tegenwoordig aan elk gouverneur, bevelhebber of aanzienlijk man gegeven. De titel Khakan (Khan der Khans), door Oktai, den zoon van Dsjengis-Khan, aangenomen, werd alleen gevoerd door Mongoolsche souvereinen, en de heerschende Mongoolsche vorsten in Perzië noemden zich Ilkhan (groot-Khan). Khanaat heeft dezelfde beteekenis als vorstendom.
