is een gouden hoofdtooi, meest rijk versierd met paarlen en edelgesteenten en gedragen door vorsten en andere hoge persoonlijkheden. In de oudste tijden droeg alleen de koning of keizer een kroon en als zodanig is de kroon al zeer oud.
Er wordt reeds van koning Salomo verteld, dat hij een kroon droeg, doch deze geleek meer op een diadeem of voorhoofdsband. Het woord kroon is afgeleid van het Latijnse corona, den naam van den kostbaren gouden of zilveren krans, die aan de krijgslieden, wanneer zij zich dapper gedragen hadden, werd uitgereikt.Toen door de wapenbrieven ook anderen dan gekroonde hoofden het recht kregen een wapen te voeren, bleef de kroon niet meer uitsluitend het rangteken van den vorst; ook aan adellijke personen, steden enz. werden kronen verleend, die verschillende vormen hadden naar gelang hunner waardigheid.
Toen het gebruik van de kroon dus meer algemeen was geworden, werden voor verschillende adellijke rangen verschillende kronen (zie tekening) als embleem vastgesteld, terwijl ook gilden, verenigingen enz. dikwijls een kroon als teken voerden. Ook de Paus draagt bij plechtige gelegenheden een drievoudige kroon, doch deze wordt tiara genoemd.
Kroon is verder de naam van een munt of munteenheid, die in verschillende landen voorkomt. In Denemarken, Zweden en Noorwegen heeft de kroon een nominale waarde van 662/3 cent, ook kent men er zilveren kronen, als pasmunt van 2, 1, ½, 2/5, ¼ en 1/10 kroon. Ook in Tsjecho-Slowakije is de kroon de munteenheid. In Engeland heet de grootste zilveren munt crown (5 shillingen).
Ook wordt onder „de Kroon” verstaan het keizer- of koningschap met alle voorrechten, die hieraan verbonden zijn. Men spreekt b.v. over de prerogatieven van de Kroon, de goederen van de Kroon enz.