Wat is dat? Encyclopedie voor jongeren

P.J.F.H. van de Rivière, R. de Ruyter-van der Feer (1928, 1930 en 1938)

Gepubliceerd op 13-08-2019

Salomo

betekenis & definitie

was de wijste, rijkste en schitterendste koning van het oude volk Israël. Hij regeerde na den dood van zijn vader, den bekenden koning David, gedurende 40 jaren (993—953 v.

Chr.) over de Joden. Dit tijdperk bracht het Joodse volk tot ongekenden bloei en rijkdom.

Met schrander inzicht wist Salomo partij te trekken van de gunstige ligging van zijn land tussen het toenmalige Afrika, Azië en Europa, zodat Palestina in het internationale handelsverkeer — het woord niet in modernen zin genomen — werd opgenomen. Deze verstandige handelspolitiek bracht welvaart aan het land.

Ondanks zijn vredelievende gezindheid maakte Salomo Israël militair sterk; hij legde vestingwerken aan en rustte zijn legers uit met paarden en strijdwagens. Ook organiseerde hij den eredienst en de staatsinrichting, bevorderde kunst, nijverheid en wetenschap, terwijl hij door het aanknopen van vriendschappelijke betrekkingen met buitenlandse potentaten, de rust en veiligheid van het rijk verzekerde.

Tijdens Salomo’s regering werd op den berg Moria de beroemde tempel gebouwd, volgens de plannen van koning David, waarvoor deze reeds grote hoeveelheden materialen en kostbaarheden had bijeengebracht. De kosten van dezen schitterenden tempel, die, in zeven jaren tijds onder de leiding van Phoenicische en Egyptische kunstenaars gebouwd, zijns gelijke in de oudheid niet had, werden berekend op 6 à 700 millioen gulden! Voor zichzelf bouwde de koning een prachtig paleis, een troonzaal, en schitterende buitenverblijven.Behalve wijs en menskundig rechter, was Salomo ook dichter en schrijver en grondig kenner van de natuur; de Bijbelboeken Spreuken, Prediker en Hooglied staan op zijn naam; ook maakte hij 1005 liederen. Zijn roem verbreidde zich ook in de naburige landen. Bekend is het verhaal van het bezoek van de koningin van Scheba of Saba aan Salomo’s hof, die, daar zij van de wijsheid en weelde des konings gehoord had, zich met eigen ogen wilde overtuigen, dat de verhalen juist waren. Toen zij met Salomo had gesproken en zijn heerlijkheid had aanschouwd, „zo was in haar geen geest meer” en kwam zij tot de conclusie, dat „de helft haar niet was aangezegd”. Zij prees de dienstknechten gelukzalig', die gedurig voor ’s konings aangezicht stonden en zijn wijsheid hoorden.

In zijn ouderdom is Salomo tot afgoderij vervallen; ook putten de zware belastingen, die ten behoeve van den op zo brede leest geschoeiden staats- en koninklijken dienst werden geheven, op den duur het volk uit. Toen Salomo stierf, waren dan ook de zaden van tweedracht en ontevredenheid reeds tot ontwikkeling gekomen, die onder zijn zoon Rehabeam leidden tot splitsing van het Oude Volk in de tien stammen Israëls en den stam van Juda.