Gepubliceerd op 18-03-2021

Ravenna

betekenis & definitie

1) Ital. prov. in het gewest Ernilia, 1852 km.2 en in 1897: 225.805 inw.

2) Hoofdstad van de prov. R., 7 km. van de Adriatische zee, waarmede het door het kanaal Corsini in gemeenschap staat, 20.000, als gemeente 60.000 inw.; zetel van een aartsbisschop; domkerk (5de eeuw), kerk San Vitale (oosterschen stijl, 6de eeuw), grafmonument van Dante; nabij de stad de basiliek Sant’ Apollinare in Classe (6de eeuw) en mausoleum van Theodorik.



Geschiedenis

R., een der oudste steden van Italië, is waarschijnlijk door de Etruscers gesticht, viel later in handen der Galliërs en vervolgens in die der Romeinen. Augustus legde de haven Portus Classis aan, leidde een kanaal van de Po door en om de stad en maakte R. tot station der adriatische vloot. Later verzandde de haven en verviel het vlootstation. Zijn eigenl. bloeitijd bereikte R. sedert keizer Honorius in 404 de residentie van Rome naar de door haar moerassen, kanalen en versterkingen beveiligde stad verlegd had; ook Odoacer (sedert 476) en Theodorik (Diederik) de Groote (sedert 493) hadden hier hun residentie evenals na den ondergang van het oostgotische rijk (539) de byzantijnsche stadhouders (exarchen). Laatstgenoemden werden 752 door den Langobard Aistolf verdreven, aan deze ontrukte 754 de fränkische koning Pepijn weer de stad benevens het geheele exarchaat en schonk het aan den paus. Later was R. een hoofdsteunpunt der duitsche keizers. Sedert 1218 waren de pausgezinde Traversari, sedert 1275 de familie der Polenta heeren van R.; van 1441 tot 1508 was de stad in handen der Venetianen, aan wie zij door paus Julius II en de liga van Kamerijk 1509 ontrukt werd. Sedert bleef zij tot 1797, vervolgens weer 1815—60 aan den paus.

< >