is in de r.kath. kerk de titel der 7 leden van een romeinsch college van pauselijke notarissen, die tot de eigenlijke praelatuur behooren. Deze worden „protonotani participantes” genoemd.
Van kerkelijke notarissen wordt reeds onder paus Clemens I melding gemaakt; het was hun taak de acten der martelaren op te schrijven. 'Onder Julius I kwam een organisatie der P. tot stand en sedert werden zij dikwijls met gewicht, ambten bekleed, zooals van gezant bij den keizer, plaatsvervanger des pausen bij conciliën enz. Later werden door verschillende Pausen hunne werkzaamheden en voorrechten opnieuw omschreven. Er zijn echter ook P. voor wie het slechts een eeretitel is. Van zulke P. wordt reeds sedert de 10de eeuw melding gemaakt. Zij zijn óf „protonotarii supranumerarii,” óf „protonotarii ad instar partieipantium” óf „protonotarii titulares sive ad honores”. Hunne voorrechten worden omschrevem door een Motu proprio van Pius X, 21 Febr. 1905.