Gepubliceerd op 23-02-2021

Malaga

betekenis & definitie

1) Provincie van het koninkrijk Spanje, een deel uitmakende van het voormalige koninkrijk Andalusië, begrensd door de provinciën Granada, Cordova, Sevilla en de Middellandsche zee. Voornaamste rivieren zijn: Guadalorze, Guadalmedia en Guadiaro.

In het n. bergen, die lood, ijzer en nikkel bevatten. Voornaamste voortbrengselen zijn tarwe, zuidvruchten, wijn en suiker. Een spoorweg loopt van Malaga naar Cordova, met een zijtak naar Granada.2) Spaansche stad en zeehaven, hoofdplaats van de provincie Malaga, aan een baai van de Middellandsche zee en 18 uur o.n.o. Gibraltar. De stad is aan den ; voet van een bergrij, in den vorm van een amphitheater gebouwd en wordt verdedigd door een mooi, oud, moorsch kasteel, Gibralfaro geheeten. De straten zijn morsig en hebben hooge huizen. De voornaamste gebouwen zijn: een prachtige kathedraal en het bisschoppelijk paleis, een bisschoppelijk seminarie, een schouwburg, een circus voor stierengevechten. De haven heeft een vuurtoren en kan bij eiken wind binnengeloopen worden. De fabrieken leveren linnen, zijden en wollen stoffen, zeildoek, papier, touw en sigaren. Men heeft er twee druk werkende ijzergieterijen. M. drijft aanzienlijken handel in de bekende wijnen van den om trek, onder welke zich de „Lagrima”, de „Pedno-de^Ximenes” en de ,,Vino-de-Guindas” onderscheiden, verder ook in vijgen, amandelen, druiven, die naar Engeland, Frankrijk en de i Ver. Staten verzonden worden; 485.000 inw. j

< >