Aanzienlijk Genueesch geslacht, waarvan de meest bekende leden zijn:
Leonello L., gouverneur (1370) en later (1400) graaf van Corsica, stichter van het half politiek- half commerciëel genootschap de Maona (zie ald.). In 1419 werd hij door een opstand op gemeld eiland, onder leiding van Vincentello dTstrie, genoopt dit te verlaten.
Battista L., doge van Genua in 1533 en 1534, was de derde der tweejaarlijksche doges, die na 1528, toen de stad weder aan de fransche heerschappij was ontrukt, Genua regeerden. Hij ontving Karel V op diens terugreis van Bologna (1533) en gaf hem tot geleide voor zijn reis naar Spanje een vloot van 36 galeien mede, onder bevel van Andrea Doria.
Sedert 1543 had de familie L. van den koning van Spanje verlof gekregen om de koraalvisscherij uit te oefenen bij het eiland Tabarka, dat door den bey van Tunis aan Karell V was afgestaan (1540). In 1553 bouwden zij op dit eiland een fort en legden daar garnizoen en tot 1741 leefde er voortdurend een geheele kolonie van grieksche koraalvisschers. Toen maakte de bey van Tunis zich van Tabarka meester en verdreef de L.