Gepubliceerd op 17-02-2021

Levi de hartog

betekenis & definitie

geb. 6 Nov. 1835 te Gorinchem, promoveerde in 1859 aan de universiteit te Leiden tot doctor in de beide rechten en was van 1865—1866 leeraar aan de hoogere burgerschool te Haarlem, van 1866 —1877 te Utrecht, en is sedert 1877 hoogleeraar te Amsterdam in staats-, administratief- en volkenrecht en rechts-encyclopedie. Voornaamste werken: De gronden der staats-, provinciale en gemeentelijke inrichting van Nederland (1ste uitg. 1866, 8e uitg. 1900), De staatsregelingen en grondwetten van Nederland van 1798 af tot op heden, Das Staatsrecht des Königr. der Niederlande (in Marquardsen’s Sammelwerk: „Das öffentliche Recht der Gegenwart”); vele opstellen van historischen en publiekrechtelijken inhoud in „De Gids”, in de „Bijdragen tot de kennis van het Nederl.

Staatsbestuur” en in „Themis”, o. a. over Saint-Simon en het Saint-Simonisme, Het initiatief der Staten-G ener aal, Het begrip van onteigening ten algemeenen nutte, De administratieve rechtspraak, enz.

< >