Gepubliceerd op 17-02-2021

Gorinchem

betekenis & definitie

gemeente in Zuid-Holland (kantonshoofdplaats, arrond. Dordrecht), omgeven door de gemeenten Hardinxveld, Schelluinen, Hoogblokland, Arkel en Heukelom in Zuid-Holland, Vuren in Gelderland en Woudrichem en de Werken in N.-Brabant, Miskin.2 groot, wordt bespoeld door de Merwede en de Linge; bevat de stad G., en telde 1 Jan. 1902: 11.927 inw.

Kiesdistrict zie volgend art., personeele belasting 5de klasse. De stad G. of Gorkum, aan de een weinig boven G. uit de samenvloeiing van Maas en Waal ontstaande Merwede, die hier de door de stad vloeiende Linge opneemt, ligt 4 uur o. van Dordrecht, aan de spoorlijn Rotterdam—Dordrecht—Tiel —Kesteren (station 44 km. van Rotterdam, 26 km. van Geldermalsen) en aan het einde van ibet in Aug. 1892 geopende, bij Amsterdam aanv. Merwede-kanaal. Zij is ruim gebouwd; de voornaamste pleinen zijn de Markt en de Vischmarkt; de belangrijkste bouwwerken: de herv. kerk, 1851 gebouwd rondom den uit de eerste helft der 16de eeuw stammenden toren, en het ouderwetsch-deftige raadhuis (op de Markt); verder kerken van allerlei gezindten, kazerne, kantongerecht, het huis van Daetselaar, waar Hugo de Groot na zijn ontvluchting uit Loevestein aankwam, verschillende liefdadige gestichten; ouderwetsche vestingpoorten; interessante tegelsteengebouwen; G. heeft een gymnasium, een gemeentelijke hoogere burgerschool met 5-jarigen cursus (met rijkssubsidie), een burgeravondschool.Handel in graan, hennep, vee; riviervisscherij, allerlei industrie. G. is een sterke, door inondatie gedekte vestingplaats, het steunpunt aan de Waal van den rechtervleugel der nieuwe hollandsche waterlinie; G. is de zetel van het derde artillerie-commandement, waartoe behooren de werken in de nieuwe hollandsche waterlinie van de Lek tot de Merwede, de werken, dienende tot dekking van rivierovergangen en opneming van troepen aan den IJsel en de Waal, de werken in de nieuwe hollandsche waterlinie van de Merwede door het land van Altena tot de Nieuwe Merwede en de werken in de zuider-waterlinie; in garnizoen het 3de regiment vesting-artillerie, met uitzondering van de 8ste compagnie; militair hospitaal 3de klasse. G. is zetel van een kantongerecht, welks rechtsgebied zich uitstrekt over de gemeenten Ameide, Arkel, Giessen-Nieuwkerk, Gorinchem, Hardinxveld, Herwijnen, Heukelum, Hoogblokland, Hoornaar, Kedichem, Meerkerk, Nieuwland, Noordeloos, Schelluinen, Tienhoven, Vuren. Er is eindelijk een strafgevangenis voor veroordeelde vrouwen.

Het oudste zekere bericht omtrent G. is gevonden in een handvest van den brabantschen hertog Jan I, waarbij aan G., toenmaals een Arkelsche bezitting, vrijstelling van tollen in het gebied van genoemden hertog werd verleend; in 1289 kreeg het van graaf Floris V ook tolvrijheid in Holland; in 1402 doorstond de plaats een beleg van hertog Aalbrecht van Beieren, 6 jaren later werd het door Willem van Beieren ingenomen, echter nog hetzelfde jaar door Willem van Arkel en Reinald van Gelder heroverd; in 1412 kwam G. met geheel Arkel aan Holland; in 1417 viel het in handen .der Kabeljauwschen, waarbij Willem van Arkel sneuvelde (in de Krijt- of Ravetsteeg); 26 Juni 1572 liet de bevolking de watergeuzen, onder Marinus Brand met 13 schepen voor de stad verschenen, binnen; den volgenden dag gaf ook het kasteel zich over, op voorwaarde van vrijen aftocht voor alle daarin aanwezige personen; niettemin werd, nadat de overgave had plaats gehad en de watergeuzen het kasteel in hun macht hadden, van allen een losprijs gevorderd, met uitzondering van de aanwezige r.-kath. priesters en kloosterlingen, die gevangen gehouden en ten getale van 19 tusschen 27 Juni en 9 Juli op de gruwelijkste wijze werden ter dood gebracht (19 martelaren van G., 29 Juni 1887 door paus Pius IX aan de openbare vereering der gansche r.-kath. kerk voorgesteld). In 1787 viel G. in handen van de Pruisen, in 1795 werd het ingenomen door de Franschen, in Dec. 1814 door de Verbondenen (na een beleg van drie maanden). G. had herhaaldelijk ook zwaar te lijden van watervloeden en overstroomingen (1740, Jan. 1809, Jan. 1820). Het is de geboorteplaats van den schilder Abrah. Bloemaert, den uitvinder Jan van der Heyden, den taalgeleerde Erpenius en den dichter D. R. Kamphuizen.