Gepubliceerd op 23-02-2021

Leipzig

betekenis & definitie

1) Provincie van het koninkrijk Saksen, in 1900: 1.060.632 inwoners.

2) Hoofdplaats van de provincie Leipzig, koninkrijk Saksen, aan de Witte Elster, Pleisse en Parthe, 4 uur z.o. van Halle en 17 uur n.w. van Dresden, grootste handelsstad van O.-Duitschland, ligt 106 m. boven de oppervlakte der zee, in een vlakke, goed bebouwde en zeer vruchtbare streek, is regelmatig gebouwd en heeft zeer hooge huizen. De voornaamste vestingwerken zijn in mooie wandelingen veranderd, rondom welke de voorsteden liggen, die nog ieder jaar in grootte en schoonheid toenemen. L. heeft vele historisch-merkwaardige en andere prachtige gebouwen, waaronder uitmunten de Pleissenburcht, een voormalig versterkt slot, welks ronde toren tot observatorium dient; het Paulinum, een tot de universiteit behoorend schoon gebouw; het Gewandshaus, ingericht voor bals en concerten en dat ook de aanzienlijke raadsbibliotheek bevat; het mooie raadhuis; de schouwburg en de boekverkoopersbeurs. Het conservatorium der muziek, in 1843 door Mendelssohn tot grooten bloei bracht, die nog tot in de laatste jaren steeds toegenomen is, telt vele leerlingen uit alle landen der wereld. Talrijk zijn de kabinetten en vereenigingen voor wetenschap en kunst; bovenaan staan het Koninklijk genootschap voor wetenschap en het Jablonowskisehe genootschap. Vermelding verdienen nog het Duitsche Morgenlandsche genootschap en de in 1863 te Heidelberg opgerichte astronomische vereeniging. L. heeft vele instellingen voor hooger en middelbaar onderwijs; aan het hoofd daarvan staat de reeds in 1409 gestichte universiteit, die een europeesche vermaardheid heeft. Verder heeft
L. nog twee gymnasiums, een handelsschool, een doofstommen-instituut. Meer echter dan aan dat alles ontleent L. zijn bloei aan de drie „Handelsmessen” of jaarmarkten en aan zijn omvangrijken boekhandel. Voor de boekhandelsmissen komen honderden buitenlandsche boekhandelaars naar L.; de Nieuwjaarsmis en de Michaielsmis worden door vele vreemdelingen uit de meeste landen van Europa en ook uit W.-Azië bezocht. Het aantal boekwinkels van L. in verhouding tot het aantal inwoners is buitengewoon groot. Men heeft hier ook fabrieken, hoewel niet in zoo groot aantal als in eigenlqke fabriekssteden; zij leveren zijden en halfzijden stoffen, kousen, mutsen, leder, tabak, chocolade, likeuren, goud- en zilverwaren en muziekinstrumenten. In de omstreken werden de twee bekende veldslagen van Breitenfeld en Lützen uit den dertigjarigen oorlog en de vermaarde volkerenslag van 16—18 Oct. 1813 geleverd, die met de eerste groote nederlaag van Napoleon I eindigde en waarmede de bevrijding van het bijna geheel door Napoleon overheerschte Europa een aanvang nam. In 1900: 456.124 inw.