(heilige) broeder van Martha en Maria. Hij woonde met dezen te Bethanië bij Jeruzalem, werd aangetast door melaatschheid en overleed daaraan.
Op de smeekbeden van beide vrouwen riep de Heiland Lazarus, vier dagen na diens begrafenis, weder in het leven terug. Volgens een onhoudbare overlevering zou L. zich met zijn twee zusters naar Gallië hebben begeven en de eerste bisschop van Massilia (Marseille) zijn geworden. Meer betrouwbaar is de overlevering, dat hij als bisschep van Citium op Cyprus zou gestorven zijn (Anal. Bolland. 1903, p. 485). Zijn feest valt op 17 Dec.
