lazarus
1) (1673) (inf.) stomdronken. Letterlijk: besmet met lazerij; melaats, maar deze betekenis is verouderd. De besmettelijke ziekte melaatsheid wordt sinds de Middeleeuwen geassocieerd met de bijbelse figuur Lazarus, een bedelaar vol zweren (uit het evangelie van Lucas 16:20). Wat `melaatse' hier met dronkenschap te maken heeft, is niet meteen duideli...