Wat is de betekenis van Lazarus?

2024-03-29
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

lazarus

1) (1673) (inf.) stomdronken. Letterlijk: besmet met lazerij; melaats, maar deze betekenis is verouderd. De besmettelijke ziekte melaatsheid wordt sinds de Middeleeuwen geassocieerd met de bijbelse figuur Lazarus, een bedelaar vol zweren (uit het evangelie van Lucas 16:20). Wat `melaatse' hier met dronkenschap te maken heeft, is niet meteen duideli...

2024-03-29
Nederlandse Voornamenbank

Meertens Instituut (2020)

Lazarus

Van Hebreeuws El'azar 'God helpt'. Lazarus is de Latijnse (en Griekse) vorm. Hij komt voor als de naam van de bedelaar in de gelijkenis van de rijke man en de arme Lazarus (zie de Bijbel, in Lucas 16, 19-31) en van de broer van Maria en Martha, die door Christus uit de dood werd opgewekt (idem, in Johannes 11). Het is ook de naam van een 5e-eeuwse...

2024-03-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

lazarus

lazarus - Bijvoeglijk naamwoord 1. zo dronken dat iemand bijna dood lijkt Autoriteiten op Mallorca en Ibiza willen dat in vliegtuigen naar Spanje geen druppel meer wordt gedronken. Dit moet voorkomen dat vakantiegangers lazarus op hun bestemming arriveren. Sind...

2024-03-29
Bijbels Lexicon

Karina van Dalen-Oskam & Marijke Mooijaart (2017)

Lazarus

Lazarus (1), Lazarus van Betanië, die door Jezus uit de dood werd opgewekt; (fig.) persoon of instelling die hersteld is van een slechte situatie. Lazarus zijn, dronken zijn. Twee mannen met de naam Lazarus spelen een rol. De ene is de bekende Lazarus van Betanië, die door Jezus uit de dood werd opgewekt. Zijn verhaal wordt verteld in Johannes 11....

2024-03-29
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

lazarus

lazarus - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: la-za-rus 1. onder invloed van alcohol zodat je niet meer helder kunt denken ♢ zijn vader is regelmatig lazarus Bijvoeglijk naamwoord: la-za-rus

2024-03-29
Bijbelse eponiemen

Dr. Apeldoorn en Dr. Beijer (1997)

Lazarus

Melaatse, leproos, iemand die vol met puisten en zweren zit, en lazarushoofd: een hoofd bedekt met zweren, beide genoemd naar Lazarus, de arme bedelaar in het evangelie van Lucas, die met zweren en wonden overdekt aan de poort van het huis van de rijke man ligt (Lucas 16: 20,21). De melaatsheid is ons uit de Bijbel voldoende bekend. Zara’ath...

2024-03-29
Prisma van de symbolen

Hans Biedermann (1992)

Lazarus

de ‘arme Lazarus’, in de gelijkenis van Jezus (Lucas 16:19-30) symbolische figuur voor de op aarde aan armoede en ziekte lijdende mens die daarvoor in het hiernamaals schadeloos wordt gesteld, terwijl zijn pendant, de rijke man, na zijn dood pijn lijdt in het laaiende hellevuur. Lazarus rust ‘in Abrahams schoot’; zijn tegens...

2024-03-29
Voornamenboek

Dr. Johannes van der Schaar (1964)

Lazarus

m Van Hebr. El’azar 'God helpt'. Lazarus is de (Gri. en) Lat. vorm. Hij komt voor als de naam van de bedelaar in de gelijkenis van de rijke man en de arme Lazarus (Luc. 16, 19-31) en van de broer van Maria en Martha, die door Christus uit de dood werd opgewekt (Joh. 11). Naam van een 5e-eeuwse bisschop van Aix, waardoor later de leg...

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-03-29
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Lazarus

melaatse; lazarusklep: ratel, waarmee de melaatsen in de middeleeuwen hun nadering aankondigden.