knods, oudtijds veel gebruikt als wapen; ook naam van het hout waarmee in het kolfspel de bal wordt weggeslagen; verder het ondereinde van een schietgeweer. In de scheikunde: flesch met wijden buik en nauwen, omgebogen hals, destilleerflesch.
In de plantkunde: aarvormige bloeiwijze met vleezige spil.