Wat is de betekenis van kolf?

2024-04-20
WhatsApp woordenboek

redactie Ensie (2023)

KOLF

Kiss on the lips forever

2024-04-20
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

kolf

(1906) (Barg.) mes. Syn.: galf*; kalf*; koeter*; kortjan*; kout*; nifterik*; nijf*; pieterman (3)*; schuier*. Een messteek is in het Bargoens een bloedkoraal*. Een messenvechter is een galftrekker*. • (Köster Henke: De boeventaal. 1906) • (E.G. van Bolhuis: De Gabbertaal. 1937) • kolf, (Barg.) mes; kolfhout : stommerik. (Fokk...

2024-04-20
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

kolf

kolf - Zelfstandignaamwoord 1. een instrument voor het afzuigen en opvangen van moedermelk 2. het kolfspel dat nog in een beperkt aantal plaatsen in met name Noord-Holland gespeeld wordt 3. een slaghout dat gebruikt wordt in het kolfspel 4. (scheikunde) een bolvormig stuk glaswerk met een afgeplatte bodem en een lange hals kolf...

2024-04-20
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

kolf

kolf - zelfstandig naamwoord 1. aar van de maïs met zaden (maïskorrels) ♢ deze kolf van de mais kun je lekker afkluiven 2. zware stok met dik uiteinde, die als wapen gebruikt kan worden ♢ hij sloeg hem met ee...

2024-04-20
Jargon & Slang van Soldaten

Marc De Coster (2017)

Kolf

Kolf - achttien jaar tegen de kolf geklopt: in militaire dienst geweest.

2024-04-20
Golfsportwoordenboek

Jan Luitzen (2009)

kolf

(de; kolven) GV 1 - (bij het kolfspel) slaghout met de vorm van een hockeystick, syn. kliek, kolfhout, kolfstok: kolf aan stek, aan (het) stuk, de kolf heeft de paal geraakt; de kolf naar de bal werpen, het spel gewonnen geven, het opgeven. 2 - (bij het kolfspel) onderste, omgebogen uiteinde van het slaghout met daarop de koperen ‘klik’ of ‘kliek’...

2024-04-20
Surinaams woordenboek

J. van Donselaar (1936)

kolf

(de, kolven), (ook:) cacaovrucht, vrucht van de cacaoboom (Theobroma cacao, Cacaofamilie). In het algemeen worden de kolven en het zachte weefsel van het blad door verschillende boosdoeners aangetast. De belagers variëren van kleine cacaomotten tot apen en ratten (DWT10-4-1981).-Etym.: Ook AN, maar in Ned. onbekend. -Zie cacaokolf (syn.).

2024-04-20
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

kolf

kolwe, houtgedeelte van geweer wat teen skouer rus; stok van hout om bal mee te slaan (krieket, ens.); distilleerfles; gekolf, met kolf bal slaan.

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-20
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Kolf

(Barg.) mes; kolfhout: stommerik.