Gepubliceerd op 23-02-2021

Justinianus

betekenis & definitie

naam van een tweetal byzantijnsche keizers:

1) J. I, byzantijnsch keizer van 527—565, geb. 482 of 483 te Tauresium in Dardanië uit een boerenfamilie, heette oorspronkelijk Uprauda. Hij volgde in Aug. 527 zijn oom Justinus I op den troon, nadat hij 1 April van dat jaar reeds tot mederegent benoemd was. Groote invloed werd op J. uitgeoefend door zijn gemalin Theodora (zie ald.). Zij vooral spoorde aan tot de lang volgehouden doch vergeefsche pogingen tot vereeniging der monophysieten met de orthodoxe kerk. Ook het Nika-oproer (zie ald.) van 532 was voornamelijk veroorzaakt door de partijdige gunst, door Theodora aan de partij der blauwen betoond. Naar buiten werden de macht en de grenzen des rijks onder J. ver uitgebreid, vooral door zijn groote veldheeren Belisarius en Narses. Wel moest in het oosten sedert 531 de vrede telkens opnieuw gekocht worden van den perzischen koning Chosroës I Nottschirwan, maar daarentegen kwamen in het westen door de vernietiging van de heerschappij der Vandalen, door Belisarius 533—534 volbracht, Afrika, Sardinië en Corsica, en door de verwoesting van het oostgotische rijk, na langen, door Belisarius 535 begonnen en door Narses 554 beëindigden oorlog, Sicilië en Italië weder bij het byzantijnsche rijk. Ook in Spanje werd omstreeks 554 een groot gedeelte van het kustland 'op de Westgoten veroverd. Zijn grootsten roem heeft J. verworven door de codificatie van het romeinsch recht, welke door den minister van justitie Tribonianus e. a. in de jaren 530—534 werd uitgevoerd (zie Romeinsch recht). Voorts is zijn regeering beroemd door grootsche bouwwerken, waaronder in Constantinopel de prachtige Sophiakerk (532— 537) en een reeks vestingwerken, waardoor hij de oostelijke grenzen, de Donaulinie en de verschillende bergpassen tusschen den Balkan en den Isthnxus van Corinthe zocht te beschermen. Door het sluiten der neoplatonische universiteit van Athene (529) en het afschaffen van het consulaat (541) verdwenen de laatste overblijfselen van het heidendom. J. overleed 14 Nov. 565, en werd opgevolgd door zijn neef Justinus II.
2) J. II Rhinotmetos (d. i. met afgesneden neus), byzantijnsch keizer van 685—711, geb. omstreeks 670 als zoon van Constantinus IV Pogonatus, volgde 15 Sept. 685 zijn vader op den troon. Hij voerde oorlog tegen de Slawen van Macedonië en de Bulgaren, maar het langst tegen den Kalif Abdoelmelik. Door zijn wreedheid en de achterstelling en gevangenhouding van zijn veldheer Leontius veroorzaakte hij diens opstand, werd 695 met ondersteuning der Blauwen door hem onttroond en met afgesneden neus naar de stad Cherson in de Krim verbannen. Eerst in den zomer van 705 werd J. door den koning der Bulgaren Terbelis weder op den troon geplaatst. Reeds in 707 geraakte hij met deze in oorlog, werd door hem overwonnen en vluchtte naar Constantinopel. Niet minder werd het rijk door de Arabieren bedreigd en aangevallen; doch J., in plaats van de vijanden des rijks krachtdadig te bevechten, ondernam 710 en 711 een wraaktocht tegen de inwoners van Cherson. Deze stelden Philippicus Bardanes als tegenkeizer tegen hem over en aan deze gelukte het, einde 711 zich aan de kleinaziatische kust der Zwarte zee meester te maken van den door zijn troepen verlaten J. en hem te vermoorden.

< >