Gepubliceerd op 17-02-2021

Johan adriaan van der heim

betekenis & definitie

nederlandsch staatsman, geb. 1795 te Rotterdam, was advokaat te Middelburg, werd 1823 griffier der Staten van Zeeland, had in 1840 zitting in de Dubbele Kamer der Staten-Generaal, was in 1843 eenige maanden minister van financiën, werd daarop lid van den Raad van State en commissaris des konings der provincie Zeeland, had in 1846 eenige maanden de portefeuille van binnenlandsche zaken ad interim, idem in 1847, bekleedde nog verschillende andere posten, legde deze telkens bij de overwinning der meer vooruitstrevenden neder, en overl. 15 Oct. 1870 te Den Haag.

< >