Gepubliceerd op 23-02-2021

Jan gerrit hulleman

betekenis & definitie

geb. te Utrecht, 1814, promoveerde in 1838 te Utrecht in de oude letteren, werd onmiddellijk daarop buitengewoon hoogleeraar in het grieksch aan het athenaeum te Maastricht, wat hij 9 jaren bleef. Gedurende dien tijd bewerkte hij zijn in 1841 verschenen werk Duridis Samii qiiae supersunt en zijn Plolcmaei Eordaei, Arisfobuli Cassandrensis et Charetis Mytelenaei reliquiae (1844).

In 1847 werd hij conrector aan het gymnasium te Amsterdam, in 1858 hoogleeraar bij de letterkundige faculteit te Leiden. Behalve meerdere verhandelingen in de „Symbolae Literariae”, de „Miscellanea philologica et paedagogica” en de „Mnemosyne”, verschenen van hem tijdens zijn verblijf te Amsterdam zijn Disputatie) critica de Annalibus Maximis in de uitgaaf van Hesiodus’ Scutum Herculis, ex schedis D. J. van Lennep, als voltooiing der uitgave van Hesiodus door D. J. van Lennep. H. overl. 30 Mei 1862 te Utrecht.

< >