oude toscaansche patriciërsfamilie uit Vplterra, die reeds vroeg in de middeleeuwen in aanzien was. De beroemdste leden der familie zijn: Tommaseo L, geb. te Volterra in 1470, overl. te Rome in 1516, bekend als latijnsch redenaar en dichter, door Alexander VI en Leo X met eerbewijzingen overladen, door keizer Maximiliaan met de dichterkroon en den titel van Comes palatinus begiftigd en door Erasmus, Bembo, Sadolet en anderen in hun schriften geprezen.
Van zijn geschriften zijn slechts 7 redevoeringen tot ons gekomen.Jacopo I., geb. 1565, overl. 1623, onderscheidde zich onder Ferdinand I en Cosmus II als moedig admiraal en bekwaam diplomaat.
Francesco I., 1772 te Volterra geb. en 1846 overl., was een groot kunst- en oudheidkenner, richtte in de opgeheven abdij te Fiesole een literarisch-artistisch instituut op, en schreef o. a.: Monumenti etruschi o di etrusco norm (10 dim, 1820—27), Galleria Omerica (20 din., 1831—38), Pitture dei vast fittili (4 dim, 1831—37), Museo etrusco chiusino (4 dim, 1833), Lettere di etrusca erudizione (1828 en 1839) en Storia della Toscana (16 din. , 1841—45), in welke werken hij, hoewel zonder kritiek, een schat van belangrijke bouwstoffen bijeenverzamelde.
Giovanni L, broeder des vorigen, lid van de orde der Schoolbroeders (Scolopj), 1779 te Volterra geb. en 1851 overl., is als sterrenkundige beroemd eh was eerst bij het observatorium der Brera te Milaan, daarna als directeur van het door het collegium der Scolopj opgerichte observatorium te Florence werkzaam. Hij verwierf zich een europeeschen naam door de Effemeridi dell’ oecultazione delle piccole stelle sotto la luna (1809—30), de Effem. di Venere c Giove ad uso de’ naviganti, pel meridiano di Parigi (1821-—24), door zijn medewerking aan den berlijnschen astronomischen atlas en de Carta geometrica della Toscana.