Gepubliceerd op 17-02-2021

Gunnar heiberg

betekenis & definitie

noorweegsch schrijver, gejb. 18 Nov. 1857 te Christiania, hield zich na het gymnasium te hebben bezocht eenigen tijd in het buitenland op, en trad in 1884 met het stuk Tante Ulrikke (Kopenhagen) als tooneelschrijver op. 1884—88 was hij directeur van den schouwburg te Bergen. Veel opzien verwekte zijn stuk Kong Midas (Kopenh. 1889), waarin hij op zeer persoonlijke wijze Björnson en diens kunst aanvalt.

H.’s volgende drama’s, Kunstwere (Kopenh. 1893), Balkongen (ald. 1894), Geris Have (Christ. 1894) vonden weinig bijval; Den store Lod (Kopenh. 1895) en vooral Folkeraadet (ald. 1897) werden door de Scandinavische aristocratie zeer toegejuicht; in dit laatste stuk hekelt hij eenigszins op aristophanische manier de politieke toestanden en de democratische staatsinrichting van zijn vaderland. Ook Harald Svans Mor (Kopenh. 1899) werd goed ontvangen. H. kenmerkt zich door een opmerkelijke heerschappij over de taal; zijn dialoog is geestig en vlot, doch weinig natuurlijk, zijn spot bijtend, zijn satire uiterst scherp, meest gericht tegen den modernen geest.

< >