naam van verschillende phrygische koningen. De eerste van dien naam zou een zoon van Gordias en Cybele geweest zijn en aan zijn moeder het groote heiligdom te Pessinus gewijd hebben.
In ruil voor een dienst, dien hij, door Silenus te vangen, aan Dionysus bewees, beloofde deze hem de vervulling van een wensch; M. wenschte daarop, dat alles wat hij zou aanraken, in goud zou veranderen. Daar nu echter ook spijs en drank in zijn handen goud werd, baadde hij zich op bevel van den god in den Pactolus, die sedert de goudrijkste rivier van Klein-Azië werd. Volgens een andere sage kende M. bij een wedstrijd tusschen Marsyas (of Pan) en Apollo, aan eerstgenoemde (of Pan) den prijs toe, waarom hij door Apollo van ezelsooren (Midasooren) voorzien werd; hij verborg ze onder een phrygische muts, maar zijn barbier ontdekte ze. Deze werd door dit geheim zoozeer gekweld, dat hij het ten minste in een gat in den grond uitte, waar weldra riet overheen groeide, door welks gefluister het geheim aan de geheele wereld verraden werd. M. zou zich zelf gedood hebben, door ossenbloed te drinken; Zijn rijkdom was spreekwoordelijk bij de Grieken. Een bron, waarin hij wijn gemengd en aldus Silenus gevangen zou hebben, heette Midasbron.Ook een der gelukkigste worpen in het dobbelspel heette M. In figuurlijken zin wordt M. genoemd: iemand, die door het blinde geluk groote rijkdommen verwerft, een domme rijkaard.