Gepubliceerd op 20-01-2021

Drenthe

betekenis & definitie

of Drente. Provincie v/h koninkrijk der Nederlanden, grenst ten o. aan Pruisen, ten n.o. en n. aan Groningen, ten w. aan Friesland, ten z.w. en z. aan Overijsel, beslaat een oppervlakte van 26623/4 km2., en telde op 31 Dec. 1899: 148.542 (77.902 mannen, 70.640 vrouwen) inw., in 34 gemeenten; hoofdplaats is Assen. Drenthe is over het geheel vlak; de grond bestaat voornamelijk uit diluvisch zand, verder uit hoog en laag veen en klei; het middendeel derprov. is 13 m. hoog, de Bisschopsberg op de grens met Overijsel is 16 meter hoog; ongeveer even hoog zijn de Havelterberg, de hoogten van den Hondsrug en de Brammershoop of Schipborgheuvelen; een groot deel van den bodem wordt nog ingenomen door uitgestrekte heidevelden; ongeveer de helft van den bodem is onbebouwd, 15 pCt. is akkerland, 25 pCt. weide- en hooiland ; rivieren ontbreken, beken, meren en plassen zijn daarentegen ruim voorhanden, terwijl als afvoer- en communicatiewegen tal van kanalen zijn aangelegd, (Drentsche hoofdvaart, Hoornsche diep, Noord-Willemskanaal,Hoogeveensche vaart, Beilervaart, Norgervaart. Annerkanaal, kanaal van Frederiksoord, Zuidlaardervaart, Verlengde Hoogeveensche vaart, Oranjekanaal, Coevorderkanaal, enz.); het Meppelerdiep,dat echter slechts ten deele tot D. behoort, is de eenige drentsche waterweg naar de Zuiderzee; onder de overige watertjes zijn de Hunse of Oostermoersche vaart, het Peizerdiep, het Eelderdiep, de Wold-A, de Echtingerstroom, de Reest, het Loodiep, het Drostendiep, het Schoonebeekerdiep, de Kleine Vecht, de Mussel-A, de Runde de grootste; onder de vele drentsche meren zijn twee der grootste, het Echtensmeer en het Bergermeer, drooggelegd; het allergrootste, hetZuidlaardermeer, ligt evenals het Leekstermeer ten deele in D., ten deele in Groningen; andere meren in D. zijn het Zwartemeer, het Zwartewater het Mekelermeer, hetElpermeer,hetHoedmeer, het Esmeer, het Lokmeer. Over de geheele oppervlakte zijn 54 hunnebedden verspreid. Tot in den aanvang der 19de eeuw had D. geen andere wegen dan veendijken, zandsporen en dergelijke; sinds echter zijn de voorn. punten door straat- en grintwegen met elkander verbonden; 1 Oct. 1867 werd de spoorlijn Zwolle—Meppel geopend, 15 Jan. 1868 de lijn Meppel—Heerenveen, 1 Mei 1871 de lijn Meppel—Assen—Groningen.

Landbouw en veenderij vormen de hoofdmiddelen van bestaan der bevolking, die zich voor het overige met veeteelt, kleinhandel en in de grootere plaatsen met klein-industrie bezighoudt.

D. is de dunst bevolkte provincie van Nederland ; vier gemeenten hebben meer dan 10,000 inw. (Emmen 19,000, Hoogeveen 12,040, Assen 11,200, Meppel 10,200); de overige gemeenten zijn Anlo, Beilen, Borger, Coevorden, Dalen , Diever, Dwingelo, Eelde, Gasselte, Havelte, Nijeveen, Norg, Odoorn, Oosterhesselen, Peize, Roden, Rolde, Ruinen, Ruinerwold, Schoonebeek, Sleen, Smilde, Vledder, Vries, Westerbork, De Wijk, Zuidlaren, Zuidwolde en Zweelo.

Het hervormd kerkgenootschap heeft in D. 53 gemeenten, de remonstrantsche broederschap 2, de doopsgezinde gemeenten 2, het r.-kath. kerkgenootschap 9, het nederl. israelietisch kerkgenootschap 1Ó.

D., blijkens de hunnebedden reeds zeer vroeg bewoond, wordt het eerst vermeld doorAnscarius, die het in zijn beschrijving van het leven van den geloofsprediker Willehadus Thrianta noemt; in een brief van 820 heet het landschap Threant, in een oorkunde van 944 en 1006 Thrente; onder de eerste duitsche keizers vormde het nu eens één, dan weer meerdere graafschappen; in de lld(; eeuw kwam het bij wijze van gift aan het bisdom Utrecht, dat hier een stadhouder aanstelde, die de titels kastelein, burggraaf of slotvoogd voerde; deze stadhouders resideerden eerst te Coevorden, later te Eelde, en matigden zich gedurig meer gezag aan, zoodat de Utrechtsche bisschoppen herhaaldelijk hunne rechten met de wapenen moesten handhaven; bisschop Otto II verloor op een dusdanigen tocht in 1227 het leven. D. had onder de bisschoppen zijn eigen wetgeving en rechtspraak; de volmachten (staten) en etten (rechters) vergaderden in het Grollenholt en op andere plaatsen onder den blooten hemel; elke nieuwe bisschop van Utrecht moest op den bisschopsberg bij Havelte of in de kapel te Hulsvoorde bij Coevorden de rechten des lands bezweren. Bij den Gorinchemschen vrede van 3 Oct. 1528, die een eind maakte aan de oorlogen tusschen het Sticht en de Gelderschen, kwam D. aan deze laatsten, die het echter slechts een 8-tal jaren behielden, daar reeds in 1536 Karel V eerst Coevorden liet bezetten en deze plaats vervolgens met geheel D. aan de Bourgondische Nederlanden toevoegde. Ook in dezen nieuwen toestand behield D. in zijn inwendig bestuur een zekere zelfstandigheid, die ook bij de vorming van de republiek der Vereenigde Nederlanden bewaard bleef, terwijl het eerst bij de oprichting van het koninkrijk der Nederlanden een provincie werd. Tevoren was het verdeeld in 6 dingspillen, terwijl Coevorden en Ruinen bijzondere heerlijkheden vormden.

< >