ital. natuurvorscher en politikus, geb. 1811 te Forli, studeerde te Bologna en Parijs, werd in 1832 hoogl. in de natuurkunde te Bologna, in 1837 te Ravenna en in 1840 te Pisa; verwierf zich een europ. naam door zijn werken over de electriciteit, de toepassing van deze op de physiologie en vooral door zijn onderzoekingen over de sidderalen. Onder zijn schriften, waarvan sommigen in andere talen werden overgezet, verdienen vermelding: Lezioni di fiJsa (2 dln., 4de uitgd 1851), Lezioni sui fenomeni fisico-chimici dei corpi viventi (2de uitg. 1846), Manuale di ielegrafia eleürica (1850), Cours spécial sur Vinduction (1854) enz.
Aan de staatkundige bewegingen van 1847 nam hij deel, werd in 1848 Toscaansch senator, vertegenwoordigde in 1859 de tijdelijke regeering van Toscane te Parijs, werd in 1860 ital. senator en aan het hoofd der telegraphie en v/h meteor. bureau geplaatst, was onder Rattazzi eenige maanden minister van onderwijs (1832), en overl. 25 Juni 1868.