Gepubliceerd op 28-02-2021

Physiologie

betekenis & definitie

d. i. de kennis der physis der natuur en wel in het bijzonder der levende natuur. Later werd de beteekenis nog meer ingekrompen en beperkt tot de kennis der verrichtingen, in tegenstelling tot de morphologi-e of de kennis der vormen, welke de levende natuur aanbiedt.

Vooral als physiologie van den mensch is deze wetenschap breed beoefend geworden; zij maakt als zoodanig deel uit van de geneeskundige wetenschapen. De PJl is in hoofdzaak een inductieve wetenschap, die allereerst de verschijnselen beschrijft, deze daarna rangschikt en er de algemeene beginselen uit afleidt, volgens welke de verrichtingen plaats hebben. Deze weg voerde bijv. Harvey tot zijn beroemde ontdekking van den bloedsomloop. In nïeuweren tijd heeft Cl. Bernard deze wijze van onderzoek met succes gevolgd.

Eerst in tweede instantie is de P. een verklarende wetenschap, in zooverre als zij er op bedacht is het waargenomene zooveel mogelijk. met bekende natuurwetten in verband te brengen. Aldus een aantal moderne physiologen in Duitschland, met name Ludwig en ten onzent Donders. De P. maakt ter bereiking van haar doel gebruik, hetzij van eenvoudige of van verfijnde waarneming (mikroskoop, graphiek, chronophotographie) of wel van opzettelijke, deels natuurkundige, deels vivisectorische proeven. De natuurkundige proeven zijn meer bij de opvatting der P. als verklarende wetenschap, de rechtstreeksche waarneming en de vivisectorische proeven bij die als inductieve wetenschap op haar plaats. De aldus verworven kennis heeft op groote schaal toepassing gevonden in de practische geneeskunde. De werking van vele nieuwere geneesmiddelen (salicylzuur, chloral, cocaïne, jodoform, enz.) heeft men het eerst door physiologische, met name vivisectorische, proeven leeren kennen; het nut der schildklierpraeparaten, van het adrenaline, de geheele leer der koorts en der warmteregeling steunt op denzelfden grondslag. Ook vele methoden van klinisch onderzoek vinden haar oorsprong in oorspronkelijk physiologische methodiek (bloedonderzoek, polsgraphiek, urineonderzoek, electrisch onderzoek, oogspiegel, psycho-physisch onderzoek) en evenzoo vele der daarop gebouwde behandelingswijzen (pneumatische kabinetten, stofwisselingskuren, electriseeren, cylindrische brillenglazen, hypnose).