nederl. wis-, sterren- en aardrijkskundige, 17de eeuw, te Middelburg; gaf 1665 een geschrift over de in 1664 verschenen komeet in het licht; later gaf hij in het licht een atlas met beschrijving van de westkust van Amerika, en vervolgens een geschrift dat de aanleiding werd tot den welbekenden ontdekkingstocht van zijn zoon; in 1671 werd hij door zeeuwsche kooplieden aangezocht om een plan te ontwerpen voor een ontdekkingstocht naar de Stille- of Zuidzee. Hij beleefde echter de uitvoering van dezen tocht niet, alhoewel hij zelfs in 1676 van de Algemeene Staten vergunning had verkregen, om gedurende 20 jaren met uitsluiting van alle anderen de Zuidzee tussehen de straat Magelhaen en Nieuw-Guinea te bevaren., R. overleed in 1679.
Zijn zoon Jakob R., in 1659 te Middelburg geb., promoveerde in de rechten en was gedurende eenige jaren raad van justitie in Oost-Indië. In 1714 naar het vaderland teruggekeerd, mocht het hem in 1721 gelukken van de West-Indische Compagnie drie schepen te verkrijgen, ten einde de plannen van zijn vader te verwezenlijken. Na kaap Hoorn omgezeild te zijn, ontdekte hij een eiland, waaraan hij den naam van Paasch-eiland gaf, doch zag zich bedrogen in zijn hoop om nu ook het onbekende Zuidland te ontdekken. Hij overl. 1729 te Middelburg, na allerlei onaangenaamheden, hem door de teleurgestelde handelslui aangedaan.
