Gepubliceerd op 14-03-2021

Zuidzee

betekenis & definitie

Groote Oceaan, Stille Oceaan (Spaansch Mar pacifico, Eng. Pacific Ocean), de grootste watervlakte der aarde, de wereldzee; zij breidt zich uit over pl.m. 160° lengte en 133° breedte en bedekt bijna een derde deel van het aardoppervlak, overtreft derhalve in omvang alle vasteland der aarde.

In het w. grenst zij aan den Indischen Oceaan, in het n. hangt zij door de Beringstraat samen met de Noordelijke IJszee, in het o. om Kaap Hoorn heen met den Atlantischen Oceaan, en in het zuiden over haar gansche lengte met de Zuidelijke IJszee. Zij bespoelt de geheele westkust van Amerika en de oostkust van Azië en Australië. Zij bevat duizenden eilanden en het geheele werelddeel Australië. De Z. heeft verscheidene randzeeën: de Beringzee ten n. van de eilandenreeks der Aleoeten, de Zee van Ochotsk ten w. van de Koerden, de Japansche Zee ten w. van de Japansche eilanden, de Gele Zee tusschen Korea en het vasteland, de Oost-Chineesche Zee ten w. van de LioeKioe-eilanden. Het met eilanden bezaaide gedeelte tusschen Zu:doost-Azië, de Philippijnen en de Groote Soenda-eilanden, wordt ZuidChineesche zee genoemd. Kleinere nevenzeeën van de Z. zijn: de golf van Californië ten o. van het schiereiland Neder-Californië, de Golf van Panama, de Koralenzee en de Tasmaansche randzee ten o. van Nieuw-Holland (Australië).

Zonder de nevenzeeën bedekt de Z. een uitgestrektheid van 161 mill. km.2. Haar gemiddelde diepte bedraagt ongev. 3900 m.; haar grootste diepte (9636 m.) is in Nov. 1899 gepeild door het Amerik. oorlogsschip Nero, ten o.z.o. van het Ladroneneiland Guam, op 12° 40' N.B. en 145° 40' O.L. v. Gr. Het noordelijk deel, ongeveer tot aan den Kreeftskeerkring reikend, heeft veranderlijke winden, w.o. de westenwinden de overhand hebben. Het midden- of tropisch gedeelte, tusschen de keerkringen, of de eigenlijke Z., met noordoostpassaten ten noorden en zuidoostpassaten ten zuiden van den evenaar, bevat de tallooze eilandengroepen van Polynesiö. Het zuidelijk gedeelte, tot aan de Zuidelijke IJszee, heeft weer veranderlijke winden en is arm aan eilanden.

Zoutgehalte: in de noordhelft 31/* %, in de zuidhelft 33/5 % Voornaamste rivieren wélke zich in de Z. ontlasten: aan de Aziatische zijde: de Sikiang, de Jang-tse-kiang, de Huangho, de Peiho en de Amoer. aan de Amerikaansche zijde: de Jukon, de Fraser, de Columbia, de Sacramento, de Colorado. Hoofdstroomingen: de Aequatoriaalstroom aan weerskanten van den evenaar westwaarts, in de nabijheid van den evenaar een tegenstroom oostwaarts; aan de Japansche kust de Koero siwo, welke in n.o. richting naar de westkust van Amerika gaat, die aan dezen stroom haar mild klimaat dankt; een koude stroom uit de Zee van Ochotsk tot Korea en verschillende koude, meest n.o. stroomen bezuiden Australië en aan de kusten van Z.-Amerika (Perustroom of Humboldtstroom). Voorheen wegens haar ontzaglijke grootte door de scheepvaart gevreesd en vermeden, heeft de Z. na de ontdekkingsreizen der Hollanders en Engelschen allengs haar verschrikking verloren en thans wordt zij meer en meer het hoofdtooneel van het wereldverkeer. In 1902 is de groote telegraafkabel, dwars door de Z. heen, tusschen Vancouver (Britsch-Columbia) en Brisbane (Queensland, Australië) gereed gekomen en in werking gesteld; hij is ongeveer 13.000 km. lang en loopt over Fanning-eiland, de Fidsji-eilanden, Norfolk-eil. en ’t Noorder-eiland van Nieuw-Zeeland. Literatuur: Findlay, Directory for the navigation of the North Pacific Ocean. (3de dr. Lond. 1886), Stiller Ocean (atlas, van 30 kaarten, bewerkt door de Duitsche zeewacht, Hamb. 1896), Segelhandhuch für den Stillen Ocean (bewerkt als voren, ald. 1897), Wilczek en Weule, Die geschichtliche Bcdeutung des Stillen Oceans (Lpz. 1899), Bergholz, Die Orkane des fernen Ostens (Bremen 1900).