Gepubliceerd op 19-01-2021

Adam afzelius

betekenis & definitie

Zweedsch botanicus, geb. 7 Oct. 1750 te Larf, West-Gotland, overl. 20 Jan. 1837. Hij ging in 1792 als natuur-onderzoeker naar de Engelsche bezitting Siërra Leone, Afrika, waar hjj bij de plundering door de Franschen zijn geheele verzameling verloor; van 1797—98 was hij secretaris bij het gezantschap te Londen; in 1799 naar Zweden teruggekeerd arbeidde hij eenigen tijd als leeraar aan de hoogeschool te Upsala en werd in 1812 professor.

Hij schreef verscheidene plantkundige werken, vooral over de flora van Guinea en gaf in 1823 Linnaeus, autobiographie uit.

< >