ZWERMEN, (zwermde, heeft gezwermd), de bijen beginnen te zwermen, in zwermen uitvliegen om niet meer in denzelfden korf terug te keeren;
— om iets heen vliegen, draaien: de bijen zwermen om de bloemen; tal van aanbidders zwermden om die schoone;
— verspreid rondloopen; (fig.) zonder vaste woonplaats zwerven.