ZONNEKOMEET, v. (...meten), komeetvormige lichtzuil na zonsondergang;
...KONING, m. schitterende koning: Lodewijk XIV was de zonnekoning;
...KRING, m. (sterrenk.) zodiak; (dicht.) jaar;
...KRUID, o. een plantengeslacht (helianthemum), tot de familie der cistusachtigen behoorende, waarvan twee soorten in Nederland in ’t wild voorkomen: het gevlekte zonnekruid en het gemeene zonnekruid, welke beide van Juni tot Augustus met schoone gele bloemen bloeien;
...LEEN, o. (-en), (leenst.) vrij .stuk grond waarop geen leenrechten waren ;
...LICHT o. licht der zon ;
...LOOP, m. (sterrenk.) loop der zon;
...MAAND, v. (-en), maand welker duur door den schijnbaren loop der zon wordt bepaald ; de tijd waarin de zon een der twaalf hemelteekenen doorloopt of volgens de middelbare beweging der zon 30 dagen 10 uren, 29 minuten en 5 seconden;
...METER, m. (-s), toestel aan een verrekijker om den schijnbaren diameter van zon en maan te bepalen;
...MICROSCOOP, m. (...scopen), zeker toestel dat dient om zich zeer groote beelden van buitengemeen kleine voorwerpen te verschaffen.