Gepubliceerd op 06-12-2018

ZIEKENHUIS

betekenis & definitie

ZIEKENHUIS, o. (...zen),

...INRICHTING ,v. (-en), gasthuis, hospitaal, inrichting ter verpleging van zieken : in het ziekenhuis liggen;
— bij ons is het net een ziekenhuis, bij ons liggen er velen ziek;
...KAMER, v. (-s), kamer waarin een of meer zieken verblijf houden;
...KAS, v. ziekenfonds;
...KOST, m. kost voor zieken;
...MOEDER, v. (-s), opzichtster eener ziekenzaal;
...OPPASSER, m. (-s),
...OPPASSTER, v. (-s),
...OPPASSERES, v. (-sen), iem. die zieken oppast, verpleegt.